Hoofdstuk 4: Vereenvoudigde vermogensstromenanalyse (p107)
- Gepubliceerd in Boekhouden
- Lees 4600 keer
Een beschrijving van de activiteit van de onderneming laat toe de exploitatiecyclus op te stellen. De exploitatiecyclus stemt overeen met een financiële vermogensstromencyclus, die in de boekhouding wordt geregistreerd.
Vermogensstromenanalyse laat toe voor een bepaalde periode vast te stellen waarvoor vermogen is gebruikt (aanwendingen) en hoe dit is gefinancierd (bronnen), onafhankelijk van de vraag of deze vermogensstromen al of niet de liquide middelen rechtstreeks hebben beïnvloed.
Per balanspost wordt de jaarlijkse verandering of het verschil tussen eind- en beginbalans berekend en wordt de invloed ervan op het vermogen van de onderneming tijdens de beschouwde periode nagegaan. Een aldus opgestelde mutatiebalans wordt aanwendingen- en bronnentabel (vóór correcties) genoemd.
Vermogensaanwending: indien het een actiefstijging of passiefdaling betreft.
Vermogensbron: indien het gaat om een passiefstijging of actiefdaling.
Cashflow als optelling: cashflow na belastingen = winst na belastingen + niet-kaskosten
Cashflow als verschil:
cashflow na belastingen = kasopbrengsten – kaskosten – belastingen
De cashflow is slechts een benadering en een deel van de totale liquiditeitenstroom van de onderneming in een bepaalde periode.
De (positieve) cashflow geeft dus de hoeveelheid financiële middelen of het vermogen aan, die uit de werking tijdens de beschouwde periode is voortgevloeid en vertegenwoordigt dus de brutozelffinancieringsmarge vóór winstuitkering van de onderneming.
Cashflow is een algemene maatstaf voor de zelffinancieringsmogelijkheden van de onderneming.
- geen vervanging van winst of verlies !
netto-investering of desinvestering inclusief geboekte meerwaarden van de periode: verschil tussen twee opeenvolgende balansen na afschrijvingen en waardeverminderingen.
Brutobedrijfskapitaal: som van de (beperkte) vlottende activa
Nettobedrijfskapitaal = (beperkte) vlottende activa – vreemd vermogen op korte termijn
Nettobedrijfskapitaal = permanent vermogen – (uitgebreide) vaste activa
Een negatief nettobedrijfskapitaal betekent dat de vaste activa niet volledige gefinancierd worden met permanent vermogen en dat een deel ervan dus gefinancierd wordt met vreemd vermogen op korte termijn. -gevaarlijke situatie !
Fysische of technische rotatie: door afwerking en verkoop van voorraden, uit realisatie van vorderingen op minder dan één jaar,… telkens opnieuw middelen verkregen worden die aangewend worden ter betaling van de verplichtingen op korte termijn.
Nettobedrijfskapitaalbehoefte: het deficit aan spontane financiering van de vlottende bedrijfsactiva.
= vlottende bedrijfsactiva – vreemd vermogen op korte termijn, exclusief financiële schulden op ten hoogste één jaar
Nettokas = nettobedrijfskapitaal – nettobedrijfskapitaalbehoefte (normaal positief)
Nettokas = geldbeleggingen + liquide middelen – financiële schulden op ten hoogste 1 jaar