Hoofdstuk 7: Solvabiliteitsratio’s (p173)
- Gepubliceerd in Boekhouden
- Lees 3874 keer
Algemene schuldgraad:
- vreemd vermogen / eigen vermogen (x)
- vreemd vermogen / totaal vermogen (%)
Financiële onafhankelijkheid:
- eigen vermogen / vreemd vermogen (x)
- eigen vermogen / totaal vermogen (%)
Hoe groter de schuldgraad of hoe lager de graad van financiële onafhankelijkheid, hoe kleiner de bescherming van de schuldeisers.
Hoe hoger de schuldgraad, hoe groter het financiele risico van de onderneming.
Langetermijnschuldgraad:
- vreemd vermogen op lange termijn / eigen vermogen (x)
- vreemd vermogen op lange termijn / permanent vermogen (%)
Langetermijngraad van financiële onafhankelijkheid:
- eigen vermogen / vreemd vermogen op lange termijn (x)
- eigen vermogen / permanent vermogen (%)
Zelffinancieringsgraad (%) =
Deze ratio kan worden opgevat als een indicator van:
- de gecumuleerde rendabiliteit uit de voorgaande jaren en het boekjaar zelf
- de dividend- en reserveringspolitiek
- de leeftijd van de onderneming
Dekking van de financiële kosten door het nettoresultaat (x)
Berekening belastingvoordeel:
1) Nettoresultaat vóór financiële kosten positief en groter dan de financiële kosten van het vreemd vermogen
De gemiddelde belastingvoet t bedraagt:
t =
Belastingvoordeel = t x financiële kosten van het vreemd vermogen
2) Nettoresultaat vóór financiële kosten positief maar kleiner dan de financiële kosten van het vreemd vermogen
t = 0,34
Belastingvoordeel = 0,34 x financiële kosten van het vreemd vermogen
3) Nettoresultaat vóór financiële kosten 0 of negatief
Belastingvoordeel = 0
Hoe meer de dekking boven 1 uitstijgt, hoe groter de dekking van de financiële kosten van het vreemd vermogen. De onderneming heeft een grote veiligheidsmarge.
Dekking van het vreemd vermogen door de cashflow (%)
Hoe groter de dekkingsratio, hoe groter het deel van het vreemd vermogen dat uit de cashflow van het lopende jaar kan worden afgelost of hoe groter de schuldaflossingscapaciteit.
Dekking van het vreemd vermogen op lange termijn door de cashflow (%)
(aflossingscapaciteit van de onderneming op lange termijn)
Dekking van de schulden op meer dan één jaar, die binnen het jaar vervallen, door de cashflow (x)
Deze dekkingsratio moet minstens gelijk zijn aan 1, anders moet andere bronnen aangesproken worden om de schuldaflossingen na te komen.