Menu

Hoofdstuk 9: Toegevoegde waarderatio’s (p249)

Deel dit artikel:

Oorsprong van de toegevoegde waarde

Toegevoegde waarde = waarde van de productie – intermediair verbruik

Waarde van de productie = verkochte productie + <productie in voorraad>

+ geproduceerde vaste activa

Intermediair verbruik:

- de kosten van handelsgoederen en van de verbruikte grond- en hulpstoffen

- de kosten van de diensten en diverse goederen

Bruto toegevoegde waarde: niet-kaskosten worden niet opgenomen onder het intermediair verbruik, en makan dus deel uit van de toegevoegde waarde

|70/74|-|740|-|60|-|61|

Netto toegevoegde waarde: niet-kaskosten worden beschouwd als intermediair verbruik, en worden dus op de toegevoegde waarde in mindering gebracht

|70/74|-|740|-|60|-|61|-|630|-<631/4>-<635/7>+<635>

Netto toegevoegde waarde = bruto toegevoegde waarde – niet-kaskosten

Verdeling van de toegevoegde waarde

Bruto toegevoegde waarde

= niet-kaskosten

+ personeelskosten

+ financiële kosten van het vreemd vermogen

+ belastingen

+ toegevoegde winst

De analyse van de toegevoegde waarde heeft tot doel de globale functie van de onderneming in haar economische omgeving te bestuderen.

Bruto toegevoegde waarde per werknemer

Bruto toegevoegde waarde per werknemer

= bruto toegevoegde waardemarge (%) (|70/74|-|740|-|60|-|61|) / (|70/74|-|740|)

x rotatie van de vaste bedrijfsactiva in de waarde van de productie (x)
(|70/74|-|740|) / (|20|+|21|+|22/27|)

x vaste bedrijfsactiva per werknemer (|20|+|21|+|22/27|) / |9087|

personeelskosten per werknemer

  • meer bruto toegevoegde waarde creëren dan personeelskosten
  • wanneer bruto toegevoegde waarde gemiddelde personeelskosten: bruto toegevoegde waarde gaat enkel naar het personeel
  • aandeelhouders lijden een toegevoegd verlies

personeelskosten per werknemer

= personeelskosten per gepresteerd uur x aantal gepresteerde uren per werknemer

  • een daling van de gemiddelde arbeidstijd drijft de personeelskosten per gepresteerd uur naar boven
  • het aantal werknemers omvat ook niet-selected werknemers, zonder daadwerkelijke gepresteerde uren met of zonder personeelskosten

investeringsgraad (%)

overheidssubsidiëringsgraad (%)

Lange termijn: bruto toegevoegde waardemarge als risicofactor

hoge marge => stevige concurrentiepositie

MAAR enkel indien deze niet met te hoge proportie personeelskosten gepaard gaat.

=>hoger operationeel hefboomeffect

=> onderneming gevoeliger voor daling omzet

Korte termijn: proportionele financiële kosten als risicofactor

De toegevoegde waarde illustreert de maatschappelijke bijdrage van de onderneming bij de creatie van de welvaart en is een belangrijk element bij de beoordeling van de (internationale) concurrentiekracht van de onderneming.

Relevante artikels

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen