WAARDEBEPALING
- Gepubliceerd in Boekhouden
- Lees 1787 keer
-HET GECORRIGEERDE NETTOVERMOGEN(statisch, balans)
Basisprincipe: bedrag van de activa – schulden van de onderneming
1) Going concern hypothese (voortzetten activiteit)
2) Vereffeningshypothese (liquididatiewaarde) de intrinsieke waarde
Moeilijk om sommige activa te waarderen. Vb gebouw: AKwaarde, marktwaarde, etc.
Correcties: fictieve activa zoals oprichtingskosten, onverkoopbare goederen in de voorraad, dubieuze handelsvorderingen, overgedragen verliezen moeten afgetrokken worden.
GNC= activa – opvraagbaar +/- belastingsweerslag.
-DE RENDEMENTSWAARDE (dynamisch, RR)
Via gecorrigeerde nettowinst en vereiste rendementspercentage.
GNW= aftrekken van bepaalde posten van de gepubliceerde winst.
DCF methode
De koper betaalt een prijs die hem tot nader bericht een jaarlijks rendement onder de vorm van winstdeelname oplevert.
= GNK / r
Als waarde onderneming stijgt, als
-de winstverwachtingen stijgen : GNW zal ook stijgen => toekomstige waarde stijgt ook
-dalende interestvoeten : bij gelijke risicopremie => vereist rendement dalen
RW= telkens de cf gedeeld oor i. dus bvb. ks 3/ (1+i)³
-DE OBJECTIEVE WAARDE
Combinatie van bovenstaande: GNV . RW
2
Waarom? Omdat GNV geen rekening houdt met rendement van het bedrijf, en RW geen rekening met balansstructuur.
RW < GNV => lifestyle company.
Het tekort: de badwill. Het is de verkoper die dat nadelige resultaat voor zijn rekening moet nemen.
RW > GNV => gazellen
Het overschot: de maatstaf voor de goodwill van het bedrijf. Het is de premie die de koper betaalt om de zaak over te nemen of er aandelen van te bemachtigen.
Vb. gegevens zoals cliënten, knowhow, technologische kennis, potentieel product,…
Opgelet bij interpretatie. RW is zeer gevoelig aan vereist rendement (r). Bij een daling van r, kan RW spectaculair stijgen.
-DE COMPARABLES
Kijken naar de verkoopprijs van analoge, vergelijkbare bedrijven.
Drie opties:
1) gelijkaardige beursgenoteerde ondernemingen
in de pers vind je publicaties van koers/winst verhoudingen.
2) op basis van recente overnames
price/earnings ratio= waarde van de onderneming/winst na belastingen
3) sectorgewoontes
op basis van gebruiken en gewoontes.
Cafés, en apotheken = uitgaan van de omzet
Niet retailbedrijf = basis is EBIT
Some companies are worth a thousand times nothing.=EBITmultiplicator voor traditionele bedrijven schommelt tussen drie en zes, mar voor sterke groeiers kan dat tien tot twaalf bedragen. Bepaalde internetbedrijven werden ooit verhandeld aan 75 keer hun EBIT. Maw, het is soms niet echt van belang die standaardwaarden. (dot com bubbel)
-DE OVEREENGEKOMEN WAARDE
=De prijs die twee partijen overeenkomen. Diverse waarden, (intrinsieke waarde, rendementswaarde, gecorrigeerd eigen vormen, comparables) zijn dan ook zelden meer dan een vertrekpunt voor onderhandeling.
- hangt af van marktpositie en onderhandelingstalenten
- Overdracht bedrijf => participatie heeft geheel andere waarde als het in handen komt van een actieve vennoot die veel potentieel wil uitwerken
- Venture capitalisten= proberen badwill bedrijven op te sporen en ze te verzilveren. Daarna op juist track krijgen door inbreng nieuw kapitaal en nieuw management. En daarna van de hand doen met grote goodwill.
Stel dat er dan ook nog eens een beursintroductie is, dan helemaal zot.
- Nieuwe economie: een bedrijf kan 100 keer niets waard zijn.