De inkomensbenadering: het nationaal en beschikbaar inkomen
Hier bekijken we de verdeling van het BBP.
Eerst gaat een deel hiervan naar de overheid in de vorm van indirecte belastingen.
De BTW wordt berekend aan de marktprijzen inclusief de indirecte belastingen.
Subsidies worden gezien als negatieve indirecte belastingen.
Indirecte belastingen doen de prijzen stijgen.
Subsidies verlagen de marktprijzen.
BBP tegen factorkosten = wat overblijft na aftrek van deze netto indirecte belastingen
NNI = netto nationaal inkomen
Het BBP tegen factorkosten wordt verdeeld tussen arbeid en kapitaal.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen inkomen uit arbeid2 het bruto exploitatieoverschot3 van bedrijven en gemengde inkomens. Bij die laatste gaat het om inkomens waarvoor het onderscheid tussen arbeidsinkomens en exploitatieoverschot niet kan gemaakt worden. Het omvat inkomens van zelfstandigen en personenvennootschappen.
Exploitatieoverschot = de ontvangsten van de onderneming – de kosten van intermediaire goederen en arbeid.
Het wordt gebruikt om intresten te betalen op leningen van de bedrijven en voor afschrijvingen.
Wat hierna overblijft is de winst VOOR belastingen.
Afschrijvingen: ondernemingen moeten er rekening mee houden dat hun kapitaalgoederen elk jaar een deel van hun waarde verliezen. (de kapitaalgoederen depreciëren). De ondernemingen vangen deze depreciatie op door een deel van hun exploitatieoverschot niet uit te keren aan de productiefactoren onder de vorm van lonen, intresten en dividenden, en in het bedrijf te houden.
De winst die overblijft na aftrek van de intresten en de afschrijvingen, wordt gebruikt voor de betaling van de belastingen op winsten. Wat daarna overblijft kan worden uitgekeerd aan de eigenaars van het bedrijf of onder diverse boekhoudkundige hoofddingen in het bedrijf gehouden worden.
Het beschikbare inkomen = het inkomen dat ter beschikking staat van de gezinnen en dat deze kunnen gebruiken voor aankopen of sparen.
Het bevat niet alleen de inkomens die de gezinnen ontvangen uit arbeid, maar ook het inkomen van gezinnen uit vermogen (huur van gebouwen, intresten en dividenden).