Beleggingen, kapitaalmobiliteit en intrestpariteit
We beschouwen een Europese belegger die de keuze heeft tussen 2 beleggingen: hij kan 1 euro beleggen op
- een euro-termijnrekening
- een dollar-termijnrekening
onze belegger zal de beleggingsstrategie kiezen die het grootste rendement oplevert voor een gelijk risico.
De belegger moet ook rekening houden met mogelijke veranderingen in de wisselkoers van de dollar.
De waarde na 1 jaar van de belegging van €1 op een euro-termijnrekening = 1 + i
(waarbij i = intrestvoet op een termijnrekening in euro op 1 jaar)
Eerst moet de belegger contant dollars kopen aan een koers WK, uitgedrukt in euro per dollar. Door deze contantaankoop beschikt hij over 1/WK dollars. Die hoeveelheid dollars wordt nu in een termijndeposito op 1 jaar belegd. Na 1 jaar is de opbrengst in dollar:
- stelt het bedrag in dollars voor, dat over een jaar beschikbaar zal zijn.
- = de intrestvoet op een termijnrekening
De koers waartegen hij dit bedrag in dollars zal kunnen omwisselen in euro, ken hij evenwel niet. Hij kan zich echter wel een idee vormen over die koers die hij over een jaar kan verwachten. We noemen die WKe+1. het bedrag in euro, waarover hij bij een dollarbelegging na 1 jaar verwacht te kunnen beschikken, is dus:
Om te beslissen hoe hij 1 euro zal beleggen, kan de belegger nu de bedragen vergelijken. Indien de belegger risiconeutraal is, dwz dat hij geen vergoeding zoekt voor het risico dat de dollarkoers over een jaar lager kan zijn dan verwacht, zal hij opteren voor een termijnrekening in dollars.
Indien dollarbeleggingen meer opbrengen, neemt de vraag naar dollars toe. Daardoor stijgt de contantkoers van de dollar en neemt dus de opbrengst van dollarbeleggingen af.
Het verhoogde aanbod van dollars (en de verminderde vraag ernaar) doet de contantkoers van de dollar dalen, waardoor de opbrengst van dollarbelegingen toeneemt. Zulke arbitrage-operaties zorgen er dus voor dat de opbrengst van beide beleggingen uiteindelijke gelijk wordt:
Dat is de intrestpariteitsrelatie. Die stelt dat beleggingen in verschillende munten dezelfde rendementen moeten hebben, tenminste als de beleggers risiconeutraal zijn.
De 2de vergelijking toont dat de intrestvoet in Europa hoger is dan in de VS de koers van de dollar die verwacht wordt over een jaar, in dezelfde mate moet uitstijgen boven de huidige koers van de dollar.
We kunnen de intrestpariteitsrelatie nu gebruiken om de effecten van intrestvoetveranderingen op de wisselkoersen te onderzoeken.