Menu

De eerste industriële revolutie

Deel dit artikel:

De verspreiding van de industriële revolutie verliep ongelijkmatig en nam een paar decennia in beslag.

1.2.1 de nijverheid voor de industriële revolutie, de proto-industrie

Er was al vorm van industrie voor de industriële revolutie: de proto-industrie (= nijverheid vóór de fabrieksmatige productie). Dit alleen in de Nederlanden, Noord-Frankrijk, Lancashire (Manchester en Liverpool), Silezië en Elzas. Er was sedert de Middeleeuwen vlas- en linnennijverheid in Vlaanderen: Ieper en Gent waren bekend om hun laken, Brussel, Oudenaarde en Doornik voor hun tapijten. Luik was dan weer vooral bekend voor z’n metaalindustrie (wapens,…).

Tot het einde van de 18e eeuw gebeurde de productie in ambachtelijke ateliers in de steden of op het platteland bij de boeren thuis volgens het ‘putting out’ systeem (‘uitgifte-‘ of ‘Verlagsysteem’). Hierbij leverde een groothandelaar of koopman - ondernemer grondstof aan de ‘thuiswerkers’ en haalde de afgewerkte producten terug op tegen een stukloon (loon per afgewerkt product) om ze daarna te verkopen. Zo kon men de regulering in de ambachtelijke industrie ontwijken. Voor meer dan de helft van de gezinnen was dat destijds zelfs de enige bron van inkomsten.

Op het platteland werkte het hele gezin (ook kinderen) daarnaast ook nog eens op het land.

In tegenstelling tot de fabrieksarbeid waren de thuiswerkers zelf bepalen wanneer ze werkten. Als is dat relatief want door de lage lonen waren ze gedwongen ongeveer 14u te werken per werkdag.

Naarmate de industrialisering vorderde, steeg ook de concurrentie met de fabrieken. De crisis van de jaren 1840 gaf de genadeslag aan het handspinnen in de vlasnijverheid. De arbeidsverhoudingen voor ‘thuiswerkers’ werden gelijkgesteld met die van een fabrieksarbeider. Hierdoor werden ze betaald voor de arbeid en niet voor het product: uurloon ipv stukloon. De ‘thuiswerker’ haalde dan zijn stoffen bij een ploegbaas van de koopman-ondernemer en leverde bij hem ook z’n afgewerkte producten af. Dat eindproduct moest aan bepaalde standaarden voldoen, men spreekt van ‘travail à façon’. De groeiende arbeidsdeling zorgde voor een vereenvoudiging maar ook voor een degradatie van de arbeid.

Een andere vorm van proto-industrie zijn de zogenaamde ‘manufactures’ (met de hand vervaardigd). Dit waren grote ateliers (vanaf het midden van de 17e eeuw) die op de latere fabrieken leken maar dan zonder machines. Dit vertegenwoordigde een eerste stap naar een andere arbeidsorganisatie (arbeidsdeling en specialisatie) en een andere vorm van verloning (uurloon i.p.v. stukloon).

Relevante artikels

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen