Vraag en aanbod op de valutamarkt
Als bijvoorbeeld buitenlandse consumenten nederlandse goederen of diensten willen gebruiken moeten ze betalen in euro’s dus zullen ze eerst euro’s moeten kopen. Maar als het Nederlandse bedrijf de vreemde munt aanneemt moet het bedrijf alsnog de munt omruilen naar euro’s omdat het personeel natuurlijk euro’s wilt zien.
Dus export van goederen en diensten door Nederlandse bedrijven naar landen buiten de Euroland betekent vraag naar de euro.
Er zijn nog meer transacties die de vraag naar euro kan beïnvloeden bijvoorbeeld:
- Als nederlandse werknemers voor een buitenlandsbedrijf werken dan zullen ze waarschijnlijk hun loon omzetten naar euro’s.
- Nederlandse bedrijven met vestigingen in het buitenland die het behaalde winst omzetten in euro’s.
- Mensen die spaargeld in het buitenland hebben of buitenlandse aandelen die rente en winst opleveren en deze opbrengst zetten ze weer om in euro’s.
Belegingen, sparen en investeren vanuit het buitenland heet kapitaalimport.
Er zijn dus vier transacties die leiden tot meer vraag naar de euro:
1. De export van goederen vanuit nederland* naar niet eurolanden.
2. De export van diensten vanuit nederland* naar niet eurolanden.
3. Het binnenkomen van inkomen (loon, rente, winst) vanuit niet eurolanden.
4. Het binnenkomen van kapitaal (voor de renteopbrengst of om te investeren) vanuit niet eurolanden. *hetzelfde geldt voor bedrijven en personen in andere landen van het eurogebied.
Bij het aanbod gaat het om dezelfde factoren als hierboven maar dan in tegengestelde richtingen.
Er zijn dus vier transacties die leiden tot meer aanbod van de euro:
1. De import van goederen naar Nederland* van niet-Eurolanden
2. de import van diensten naar Nederland* van niet-Eurolanden
3. het betalen van inkomen (loon, rente, winst) aan niet-Eurolanden
4. het betalen van kapitaal (voor de renteopbrengst of om te investeren) aan niet-Eurolanden
De vraag naar euro’s wordt groter door de export vanuit Nederland naar niet Eurolanden. Het aanbod van euro’s wordt groten door meer import door Nederland vanuit niet Eurolanden.