Arbeidsverdeling: iedereen bekommert zich om 1 welbepaalde taak en dus voorziet iedereen niet alleen in zijn eigen behoeften.
- Dit leidt tot specialisatie
- Dit leidt tot de ontwikkeling van specifieke kennis en vaardigheden
Vb. een vakman spendeert 1 dag aan het maken van een bed en een niet-vakkundige 20 dagen.
Door arbeidsverdeling en specialisatie hebben de individuele producenten een overschot van de goederen die ze produceren en een tekort aan andere goederen.
Het ruilen van goederen vereist een efficiënte markt.
Er is nood aan maatschappelijke organisatie om te bepalen wat, hoeveel, waar, voor wie,… er geproduceerd mag worden.
3 economische stelsels geven antwoorden op deze vragen:
De productie en verdeling verloopt volgens eeuwenoude regels.
Dit is bruikbaar is stationaire maatschappijen.
Het is niet aangepast aan nieuwe omstandigheden
Vb. timmerman: zoon, vader, grootvader,… zijn allemaal timmerman
Een centrale overheid bepaalt de productie.
Dit vraagt een gigantische informatieverzameling en verwerking.
Vb. de overheid verplicht mij om timmerman te worden (communisme)
In de gehele economie is dit onhaalbaar.
Dit systeem is niet aangepast aan de maatschappelijke behoeften.
Dit wordt wel toegepast in organisaties waar een kleine groep personen beslissingsmacht heeft. (directie, raad van bestuur,…)
De productie wordt bepaald door de beslissingen van de individuele ondernemingen en gezinnen.
Men bepaalt zelf wat hij produceert in functie van eigen belang.
Onze economie: gemengde economie of sociale markteconomie.
- Een combinatie van een markt- en bevelsysteem.
De overheid corrigeert het marktsysteem op een sociale manier (vb belastingen)