David Hume ( 1711 – 1776 )
Hume is de meest radicale empirist en sluit daarmee de periode van het empirisme af.
- Zintuiglijke ervaringen zijn de enige bron van alle kennis, de toegevingen van
Locke worden verworpen
- De mens verward oorzakelijkheid met toevallige gewoonte
- Twijfel aan bestaan van God
- Twijfel aan kennis van het “ik”
- Gevolg : hij wordt gek en wordt schapenherder