De experimentele methode
- Inleiding
- Kennis: elke voorstelling, denkbeeld of overtuiging, waarvan we aannemen dat die met een zekere werkelijkheid overeenkomt (= breder dan wettenschap)
- Wetenschap:
1) een menselijke bedrijvigheid die erop gericht is tot gesystematiseerde en betrouwbare kennis te komen.
2) het resultaat van een bedrijvigheid in een bepaald gebied: een wetenschap is is dan een geheel van uitspraken, wetten of theorieën betreffende een enigszins samenhangend probleemgebied. Het voldoet aan de volgende eisen: mededeelbaar, systematisch (geordend), controleerbaar.
- Waarom zoeken wij kennis?
Wij gaan informatie uit de buitenwereld opdoen aan de hand van onze zintuigen.
Men kan het gebruik van deze zintuigen verbeteren door ermee te leren werken. Zo kan men dan voorstellingenbeginnenmaken. De mens is daar zo bedreven in dat zij die voorstellingen gaat associëren met elkaar en dankzij de taal kan men ze onthouden en meedelen, zo ontstaat cultuur.
Er zijn ook nadelen verbonden aan de uitbreiding van het kenvermogen:
- Voorstellingen die voorkwamen in gevaarsituaties (vb. bloed) worden geassocieerd met gevaar. Zo ontstaan symbolen van gevaar, die angst oproepen, ook wanneer er geen gevaar is.
- Men gaat alles wat vreemd is als angstwekkend gaan zien door de behoefte om een begrijpelijk beeld van de wereld te vormen.
- Doordat de mens continu keuzes moet maken gaat het gevoel opsteken van het maken van de foute keuze. Het handelen gaat dus gepaard met een gevoel van onzekerheid.
Deze factoren maken begrijpelijk dat naast de behoefte naar praktische kennis de mens ook een nood voelt aan ruimere cognitieve inhouden en richtsnoeren voor het handelen, die de angst en het onbehagen moeten reduceren.