De filosofie voor Socrates: op zoek naar de oerstof en het ordenende principe
- Filosoferen wordt vaak gelijkgesteld met abstract denken à klopt niet voor het begin van het westerse denken in de 6e eeuw v. Chr in Klein-Azië (daar woonde een klasse van handelaars en politici die er alle belang bij hadden de resultaten van de wetenschap praktisch (= materieel) te kunnen toepassen op de scheepvaart, de productie, de handel en de politiek à ze moesten eerst de werkelijkheid leren kennen (kennisleer, logica)
Thales van Milete (6e en 7e eeuw voor Christus)
- Interesseerde zich in wiskunde (berekenen van een afstand of een hoogte) + raadsels (oa. magnetische kracht)
- Hij merkte op dat ijs, water en wolken dezelfde substantie zijn à hypothese dat alles uiteindelijk uit water bestaat
à in het licht van de huidige wetenschap is dat helemaal niet zo gek als men bedenkt dat Thales de middelen niet had om zijn hypothese experimenteel te toetsen - De vraag naar de oerstof was dus gesteld à het begin van lange dialogen die ons van de ene filosoof naar de volgende zal leiden (soms idd een dialoog, maar meestal ging het om een reactie op een stelling van een vorig filosoof, die dan werd weerlegd of genuanceerd door een derde)
Anaximenes (6e eeuw voor Christus)
- Hij verwierp de hypothese van het water als oerstof en beschouwde de lucht als een veel aannemelijkere oerstof: vuur is verfijnde lucht, water is vloeibaar geworden lucht, enz.
- De vier elementen (water, lucht, vuur en aarde) staan al vanaf het begin centraal in de filosofische discussie
à vandaag heeft het geen belang wie er het verst van de fysische waarheid zat, maar we moeten wel begrijpen hoe deze schijnbaar onschuldige hypothesen omtrent de oerstof onvoorziene gevolgen hebben gehad op het menselijke denken
Heraclitus (6e en 5e eeuw voor Christus)
- Woonplaats: Ephesus in Klein-Azië, een van de grootste steden van de oudheid)
- Hij zette het denken van Milete verder vanuit de observatie dat het vuur, dat alle substantie verandert, de sleutel leverde tot het geheim van het heelal à het was niet zo belangrijk meer om te weten wat nu de oerstof was, maar wel in te zien dat het ging om het principe van de voortdurende verandering van alles
- Zeker in het licht van wat men verandering of vooruitgang noemt in onze samenleving, valt deze omslag op van het aandacht hebben voor de oerstof naar het beklemtonen van een ordenend principe: in plaats van het ‘zijn’ staat nu het ‘worden’ voorop
- Het ordenend principe = logos (het woord), eeuwige verstand, dat zich doorheen alle tegenstellingen ontwikkelt à hij trachtte zijn nogal moeilijke inzichten in beeldspraak aan de man te brengen
- Alles is voortdurend in verandering en zoals yin en yang zich tot elkaar verhouden, staat alles in verhouding tot iets anders (licht-donker, gezondheid-ziekte, liefde-haat) à het betreft telkens een conflict waaruit dan nieuwe dingen ontstaan “de oorlog is de vader van alle dingen”
- Vooruitgang is pas mogelijk door dit conflict van tegengestelden à hier ligt het begin van het dialectische denken (dat later door Hegel wordt uitgerwerkt): Heraclitus geloofde in de wijsheid van de logos die voor een verborgen harmonie van alle tegenstellingen zorgde à de mensen moesten deze wijsheid leren inzien en er zich naar schikken (alleen dan kan de mens rust en blijmoedigheid bereiken)
-Voor het eerst zien we hier duidelijk hoe de filosofische aandacht voor inzicht leidt tot zingeving
Parmenides (6e en 5e eeuw voor Christus)
- Woonplaats: Elea, Griekse Rijk in de Griekse kolonies van Zuid-Italië / Tijdgenoot van Heraclitus
- Hij zocht eerder naar het blijvende, eeuwigdurende principe van alles, en dat voerde tot absolute ontkenning van elke verandering à verandering is volgens Parmenides schijn en bedrog à alleen inzicht in het eeuwig blijvende ‘zijnde’ is waarheid, de rest is slechts een ‘opinie’
- Maatschappelijk en politiek gezien is er hier een tegenstelling tussen een conservatief 1 progressief
Zeno (5e eeuw voor Christus)
- Wooplaats: Elea / Volgeling van Parmenides
- Hij trachtte die schijnbare verandering door een aantal in de logica beroemd geworden argumenten te ontmaskeren, onder meer in het voorbeeld van Achilles en de schildpad: schildpad krijgt een kleine voorsprong op de hardloper Achilles à de afstand tussen de twee wordt steeds kleiner, maar kan nooit worden ingehaald dus moeten onze zintuigen ons bedriegen
- “hoe kan deze logische argumentatie worden weerlegd zonder dat we ons op de niet altijd betrouwbare zintuiglijke waarneming beroepen?” à Zeno toonde aan hoe logisch denken tot conclusies kan komen die tegen de alledaagse observatie ingaan en slechts met moeite kunnen worden weerlegd
- De filosofen uit het huidige Turkije (Thales, Heraclitus) gingen van de natuurwetenschappen uit (inductief, empirisch, ervaring) 1 de presocratici filosofen uit Zuid-Italië (Parmenides, Zeno, Pythagoras) waren gefascineerd door de mathematica (deductief, rationalistisch, verwondering) en waren veel minder experimenteel georiënteerd
-Deze strijd tussen de 2 grote stromingen toonde aan dat de filosofie de mensen in totaal verschillende richtingen kon laten denken à tegenstelling tussen empirisme en het rationalisme à in de 2e helft van de 5e eeuw voor Christus gaf een en ander aanleiding tot een sceptische revolte tegen het gelijk van beide oudere filosofische scholen à deze revolte werd gedragen door sofisten (Protagoras) à een sofist was oorspronkelijk een leraar, een rondreizende professor die de jeugd een privéopleiding gaf
Protagoras (5e eeuw voor Christus)
- Hij was een filosoof die voor zijn overtuigingen vervolgd werd en op de vlucht uit Athene is gestorven
- Hij was niet overtuigd door de absolute tegenstelling van de twee grote Griekse scholen en vond dat men de concrete mens met zijn handelingen in het middelpunt van het denken moest zetten à er wordt hier een stap in de richting van het belang van het ethisch uitzicht gezet (dat pas vanaf Socrates zal doorbreken)
Een absolute, overal geldige waarheid is een illusie: niet alleen verschilt onze observatie van de werkelijkheid van mens tot mens, maar bij dezelfde van het ene ogenblik naar het andere à hoewel dit relativisme filosofisch aanvaardbaar is, kan het leiden tot een immoreel cynisme à daardoor hebben de sofisten een slechte naam gekregen: het zouden handige redenaars zijn die er alleen op uit waren een discussie te winnen en dus een techniek beheersten die nuttig was voor advocaten en politici