Het belang van de filosofische traditie
Om vanuit het vanzelfsprekende mensbeeld tot de filosofie te komen, moeten we door drie belangrijke fasen gaan: het geleefde, het gesproken en het besproken wereldbeeld.
(a) het geleefde geëxisteerde mensbeeld
- krijgen we van onze ouders en omgeving mee
- we leven volgens de waarden en verklaringen die ons milieu deelt
- dit geleefde mensbeeld is vrij onbewust en tegelijkertijd bepaalt het heel ons denken en handelen van vroeg tot laat
(b) het gesproken mensbeeld
- in elk van deze groepen komt een moment, waarop het onbewust geleefde mensbeeld uitgesproken wordt, waarin we de overgang vieren van de kindertijd naar de jonge volwassenheid
- ritueel gebeurt dat door de vieringen van het Vormsel, het Feest van de Vrijzinnige Jeugd of het joodse Bar-Mitvah feest
- in elk van deze vieringen kiezen de jonge volwassenen nu zelf voor een mensbeeld waarin ze zijn opgegroeid
- het is de eerste keer dat openlijk voor een bepaalde godsdienstige of humanistische overtuiging gekozen wordt
(c) het besproken mensbeeld
- filosofische benadering
- in deze fase worden de eigen en ook de andere mensbeelden kritisch bekeken en gebeurt het, dat men ofwel het vroegere mensbeeld verwerpt of er deze keer zeer bewust en overtuigd opnieuw voor kiest
- vereist een dieper inzicht in ons zelf en onze omgeving en de moed om dit nieuwe inzicht ook in de praktijk om te zetten, vaak met zware offers
- vb.: keuze UA : pluralistisch → men sluit zich aan bij verschillende levensbeschouwingen, actief pluralisme