Pragmatisch Relativisme (Richard Rorty)
Het pragmatisch relativisme van Rorty is al kort behandeld tijdens deze samenvatting. Hier zullen we verder in gaan op de positie die het pragmatisch relativisme inneemt ten opzicht van het contextualisme.
Het contextualisme kan opgedeeld worden in twee pragmatische stromingen.
Pragmatiek is de tak van de semiotiek en de taalkunde die de relatie tussen tekens of taaluitingen en hun gebruikers bestudeert. Binnen het contextualisme kunnen we het onderscheid maken tussen het
1) Pragmatisch relativisme
2) Pragmatisch realisme
Het pragmatisch relativisme van Rorty kan gekenmerkt worden door de volgende dingen:
- Anti correspondence theory
- De waarheid stemt niet overeen met de werkelijkheid maar moet worden gezien als vrschillende taalspelen met verschillende spelregels (vocabulaires). De waarheid komt alleen overeen met de werkelijkheid als we binnen 1 taalspel blijven en daarbinnen uitspraken met elkaar gaan vergelijken.
- Vocabularies
- Progress
- Het creëren van nieuwe vocabulaires om conflicten op te lossen
- “the world well lost”
- Er is geen onafhankelijk criterium om te bepalen of iets beter is dan het ander.
- Alles is gebaseerd op conventies
Het pragmatisch realisme legt het zwaartepunt op
- Taal en interactie
- Woorden zijn samenvattingen van wetten en hypothesen
- De nadruk ligt op “practics”
- Force
- Resistance
- Organization
- Er is een onafhankelijke wereld, deze wereld wordt gestructureerd door bepaalde wetten.
Het pragmatisch realisme keert zich tegen het relativisme door te stellen dat de wereld wel degelijk volgens bepaalde algemene wetten wordt gestructureerd waar het relativisme juist stelt dat er geen algemene wetten zijn maar dat verschillende taalspelen zorgen voor een constante behoefte aan een contingentiebenadering.