Rechtvaardigheidsbeginselen van John Rawls
‘rechtvaardigheid is alles wat onze keuzemogelijkheden verdedigt of vergroot, onrechtvaardigheid is alles wat onze keuzemogelijkheden belemmert of verbiedt.’
Zijn standpunt is uitgewerkt in A Theory of justice. Zijn standpunt is een reactie op het utilitarisme (=Het welzijn binnen de samenleving vergroten. Desnoods ten koste van het individu.)
Hij zegt dat we de samenleving zo gelijk mogelijk moeten inrichten en ontwerpt een gedachtenexperiment (sluier van onwetendheid) Als we een ideale samenlevingsvorm willen vinden moeten we ons verbergen achter een sluier van onwetendheid, waardoor we niet zullen weten welke positie we zullen hebben binnen de maatschappij. Door die onwetendheid gaan we zorgen dat er geen extreme vormen van armoede zijn. Er moet een gelijke verdeling zijn, maar niet helemaal gelijk want zo zou elke prikkel tot initiatief weg zijn.
Vanuit dit experiment komt hij tot een omschrijving van rechtvaardigheid. Twee principes staan centraal:
1. Een eerste principe stelt dat élke persoon dezelfde basisrechten en basisvrijheden heeft.
Deze zijn zo fundamenteel dat ze nooit mogen worden ingeperkt - Principe van gelijke basis rechten- en vrijheden - Gericht op de politieke constitutie van de samenleving.
2. Sociale en economische ongelijkheden zijn maar toelaatbaar, zolang ze tegemoet komen aan de minst bevoorrechte leden van de samenleving
- Cruciaal voor de gezondheidszorg!
- Principe van onderscheidenheid
Principe van gelijke kansen (1) gaat vooraf aan principe van onderscheidenheid (2)
Rechtvaardigheid is volgens hem niet gelijk aan gelijke kansen en rechten. Enkel de primaire basisgoederen moeten gelijk verdeeld zijn. Als je deze voorwaarde schendt tast je de basis van de samenleving aan.
Deze vijf basisvoorwaarden van menselijk samenleven zijn:
- Vrijheid van denken en geweten
- Vrijheid van beweging en beroepskeuze
- Toegang tot politieke en economische machtsposities;
- Redelijke verwachting op inkomen en financiële mogelijkheden
- De maatschappelijke basis voor het verwerven van zelfrespect
Hij benadrukt het objectieve karakter van deze primaire goederen. De staat moet voor hem op levensbeschouwelijk en politiek vlak neutraal zijn.Alleen zo is het mogelijk om een publieke basis te vinden die kan rekenen op redelijke instemming van allen.