Substantiedualisme: de scheiding tussen geest en lichaam.
Volgens Descartes was het verschil tussen mensen en dieren dat mensen niet alleen een lichaam hebben, maar ook een geest, die verbonden is met het lichaam maar ook zonder het lichaam zou kunnen bestaan. De geest is volgens hem een substantie, iets dat op zichzelf bestaat. Het lichaam is een andere substantie die uit het domein van de natuur, tot deze substantie behoort alles dat ruimte inneemt. We zeggen ook wel dat deze uit materie bestaan. De geest is echter een denkende substantie die niet onderworpen is aan mechanische principes van de natuur. Dit heet het substantiedualisme.
Door deze opvatting is het voor Descartes mogelijk om te beweren dat het lichaam een mechanisme is (materie) maar dat er anderzijds toch een vrije wil is (geest).
Dit roept echter wel een moeilijke vraag op, als de geest een aparte substantie is die niet zoals het lichaam deel uitmaakt van de natuur, hoe kan het de geest het lichaam dan eigenlijk in beweging brengen? Hoe communiceren
lichaam en geest? Met dit interactieprobleem worstelde Descartes, hij kwam hiervoor met de noodoplossing ‘pijnappelklier’.