Bespreek het concept ‘economie van de aandacht’.
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 1742 keer
Er kwam een evolutie van landbouwproductie naar de industriële productie. Er is een nieuwe economie in ontwikkeling die we de kennis- diensten- netwerk- ervarings- en entertainmenteconomie kunnen noemen. Materiële noden zijn voor vele westerse mensen geen dagelijks probleem meer en dat geldt ook op het niveau van de economie. Bijgevolg is er nood aan iets waar wel een tekort aan is: zingeving en aandacht.
Volgens Goldhaber leven we in een attention economy (aandachtseconomie). Dit is een economie die zich richt op wat betekenis geeft in onze samenleving. Er is een verschuiving van het maken van producten naar het creëren van waarden (materieel naar immaterieel). Dit voor de bevolkingsgroepen die zich luxe kunnen veroorloven. De nieuwe economie richt zich dan ook op informatie, communicatie, entertainment etc maar ook op materiële dingen die een bepaalde betekenis geven of de aandacht trekken. Consumeren is een vorm van zelfverwezenlijking geworden.
De prijs van de dingen wordt bepaald door voorkeuren, want in de consumptiemaatschappij moeten voorkeuren voortdurend veranderen. Positief is dat de focus eindelijk op waarden en betekenissen ligt, maar negatief is dat deze zingeving steeds meer in de handen van de commercie komt (marketing). Kwantiteit domineert dus kwaliteit (kijkcijfers).
Aandacht is dus op verschillende niveaus een probleem: op de mark concurreren verschillende producenten en producten voor de aandacht van consumenten. De consumenten hebben tijd tekort om hun aandacht te verdelen. De lezer getuigt van heimwee naar ‘minder’ (Kees van Koten). We hebben als consument keuze uit zoveel dingen, dat het moeilijk wordt om te kiezen. We worden aangesproken om naar het theater, de film, … te gaan. En als we dat allemaal doen wordt ons verweten dat we geen boeken meer lezen.)
De verschuiving naar zingeving impliceert immers de behoefte aan een bijzonder soort aandacht, aan reflectie en kritiek – deze waarden gaan verloren bij massaconsumptie. De verschuiving van een industriële naar een informatieen aandachtseconomie beïnvloedt ons denken over cultuur en onderwijs. Volgens Richard Lanham staat de menselijke verbeelding nu meer dan ooit centraal. Paradoxaal genoeg worden aandacht en verbeelding tegelijkertijd bedreigd, in de strijd tussen een wareneconomie en een waarde-economie. De lezer getuigt van heimwee naar ‘minder’. We hebben als consument keuze uit zoveel dingen, dat het moeilijk wordt om te kiezen.