Dilemma’s
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 939 keer
Dankzij Wundt werden er naast waarneming en zintuiglijke functies ook andere (hogere) onderdelen van het bewustzijn onderzocht, zoals het geheugen. Ebbinghaus onderzocht hoe we leren. Hij maakte hierbij gebruik van betekenisloze worden, waardoor er geen associaties zouden ontstaan (dit vertroebelt het onderzoek). Hij ontdekte dat herhaling belangrijk is: intervalleren werkt beter dan aan 1 stuk door leren.
In diezelfde tijd ontwikkelde de Fransman Binet een standaardtest waarmee slechte leerlingen naar een speciale school konden worden doorverwezen. De wetenschap werd dus maatschappelijk gebruikt. In Duitsland verzette Wundt zich heftig tegen maatschappelijke toepassing van de psychologie, omdat praktische belangen volgens hem de wetenschap meer kwaad dan goed deden.
Verschillende wetenschappers die onderzoek deden naar denkprocessen voegden zich samen in de Wurzburger School. Zij vonden dan denken meer was dan een opstapeling van afbeeldingen in je hoofd, geprojecteerd door de buitenwereld. Mulbe zei dat je bij introspectie helemaal niet kon spreken van zoiets als ‘afbeeldingen’, want bewustzijnstoestanden zijn beeldloos. Denken vindt plaats in een sonstellatie van bewustzijnstoestanden, in een bewustzijnssituatie, vonden de Wurzburgers.
Henry Watt verzon de Aufgabe-experimenten, waarbij de proefleider een geheel noemde (bijvoorbeeld lichaam), en de proefpersoon daar dan een deel van moest noemen (bijvoorbeeld arm). Hierna moesten de proefpersonen verslag doen van hun denkproces. Empiristen/associationisten zouden zeggen dat de stimulusrespons fase het belangrijkst is. Maar, uit het onderzoek bleek dat de voorbereiding, waarbij de proefperoson uitleg krijgt, en zichzelf in de juiste denkhouding brengt, het belangrijkst was. Als de persoon dit goed deed, dan volgde de rest vanzelf.