Iberië
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 983 keer
Iberische koninkrijken behoren tot de oudste expansieve koninkrijken van Europa:
- Córdoba; grootmacht ( half miljoen inwoners), cultureel en economisch veel verder vooruit dan Europa (intensieve landbouw, uitgebreide handel)
- Andalusië en gebieden langs de Oostkust; intensieve land –en tuinbouw met gevarieerde productie
>> export mogelijk
>> staatsinkomsten stegen
ECONOMISCH
- vrije markt van Portugal tot Perzië; door handel producten uit het verre Oosten op de Arabische markten (vb. kruiden) >>> ontstaan farmacologie
- constante aanvoer van goud en slaven uit Afrikaanse binnenlanden
- nieuwe technieken (vb. krediet, betaling per cheque,..) die pas eeuwen later door de Latijnse christenen werden overgenomen
CULTUREEL
Kenmerken
- verschillende etnische gemeenschappen in afzonderlijke wijken, maar wel nauw verbonden
- hof = voornaam cultuurcentrum; bibliotheek van circa 400.000 banden ( vgl. 2000 in de Sorbonne )
- vertaalactiviteit van Griekse en Arabische werken ( rond bvb. astronomie)
Arabische taal en islam
werden dominant in de veroverde gebieden
>> homogenisering
diversiteit van de verschillende volkeren en politieke regimes werd aaneengeschakeld en toch aandacht voor de tegenstellingen
>> uitwijking
mozaraben ( = gearabiseerde christenen) wijken uit naar het christelijke Noorden à stelt zich steeds agressiever op
>> polarisatie
vormen of ontstaan van scherpe tegenstellingen)
Begin XI
kalifaat van Córdoba vervalt in anarchie door opvolgingscrisis, het wordt ingenomen door een Berberleger en in 1031 wordt het formeel opgeheven
>> verbrokkeling in koninkrijkjes
Koning Alfons VI van Léon en Castilië
rukt op naar het Zuiden en legt een zwaar tribuut op aan de moslims
=> 1085; val van Toledo
=> vorsten (o.a. Sevilla) zoeken steun bij de Almoravieden (o.l.v. Yusuf ben Tasfin) à zij hebben Marokko onder hun gezag verenigd en Marrakesh gesticht
=> moslims weer verenigd onder één gezag met kern in Maghreb
Verder verloop
1098:
Yusuf laat zich erkennen als emir; hij had immers behoefte aan religieuze legitimatie
1125-1126:
christelijk leger ( onder Alfons I van Aragon) dringt door tot in Aragon
ondanks de strijd vindt culturele aanpassing en uitwisseling op grote schaal plaats (cf. bouwstijl in Noord –Afrika)
1147:
- einde Almoraviedenheerschappij in Marokko
- in Iberië trekken de regionale vorsten opnieuw de macht naar zich toe
- Berberstammen voeren heilige oorlog, voornamelijk tegen Almoravieden
1172:
Abu Ya’qub Yusuf voegt heel al –Andalus (of Iberië) bij het Almohadenrijk;
>> 1212: slag bij Las Vanas;onder het mom van kruistocht (Innocentius III brengt coalitie bijeen) komt het regime ten val
>> islamitische bevolking trekt naar Granada
>> moslimgebied bleef bakermat van cultuuroverdracht waaraan christelijk Europa schatplichtig is
Zuidwaartse expansie christelijke koninkrijken
langs drie parallelle assen: zie kaart p. 230
- Lissabon en omgeving (o.a. Algarve en Faro)
- centrale koninkrijken Léon en Castilië
- verenigen afzonderlijke gebieden ( b.v. graafschap Barcelona, koninkrijk Aragon) langs de oostkust
→ Portugal, Castilië –Léon en Aragon rukken samen op, maar strijden ook tegen elkaar
>> taalgrenzen; Portugees, Castiliaans, Catalaans
>> probleem: weinig bevolking in veroverde gebieden en dus schaarste aan boeren
→ moslims moesten land bewerken, in ruil behielden ze hun bezittingen, zelfbestuur en godsdienstpraktijk