Menu

INDUSTRIALISERING

Deel dit artikel:

De Verenigde Staten wordt tijdens de periode 1877-1920 een geïndustrialiseerd land, dat meer en meer exporteerde. Zo is er tijdens deze periode maar liefst een vervijfvoudiging van de export.
Verder is er een zeer grote groei in de staalnijverheid en oliesector.

Noodzakelijk voor een goed en sterke economie is een goed transportnetwerk , daarom begint men in 1869 aan de bouw van de 1ste Transcontinentale Spoorweg gebouwd.
Van Oost naar West werd voornamelijk door Ieren gebouwd, andersom door Chinese gastarbeiders.
Met de voltooiing van de spoorlijn werd de tijd die nodig was om over land van New York City naar San Francisco te reizen van meerdere maanden gereduceerd tot één week.

De spoorwegen comprimeren tijd en ruimte énorm…hierdoor worden in 1883 vier tijdzones ingevoerd: Eastern, Central, Mountain en Pacific Timezone.


In 1884 zijn er al 4 Transcontinentale spoorwegen die kleine vertakkingen hebben. Zo lag er in 1860 48.000 kilometer spoor, in 1900 384.000 km spoor en in 1910 ligt reeds 1/3 van alle sporen in de wereld in Amerika.

De periode van economische vooruitgang en bevolkingsgroei van na de Burgeroorlog en de Reconstruction staat bekend als de Gilded Age, die duurde van 1877 tot aan 1893 toen een diepe economische depressie het einde van een lange periode van groei betekende.

Het vertrouwen in de industrie was érg groot, zo vertwintigvoudigde de investeringen in de zware industrie tussen 1860 en 1900.

De Gilded Age werd gekenmerkt door een snelle groei in het aantal middelgrote en grote corporaties en kleinere bedrijven zoals spoorwegmaatschappijen, banken en fabrieken alsmede een groei in het aantal immigranten die het land binnenstroomde en die deze expansie voortstuwde.

Industriële magnaten zoals John D. Rockefeller, J. P. Morgan, Cornelius Vanderbilt en Andrew Carnegie vergaarde enorme rijkdommen, soms via hardhandige tactieken die de competitie buitenspel zette.

Ze werden gezien als ‘self-made men’ en hadden groot aanzien. Ze werden ook wel de ‘Captains of Industry’ genoemd, hun tegenstanders noemden hen echter ‘Robber Barons’

De Verenigde Staten, gedreven door de enorme economische expansie, werd het toneel van vele technische en wetenschappelijke innovaties. Rond de tijd dat Amerika haar 100-jarig bestaan vierde in 1876 werden de telefoon en telegraaf gemeengoed en Thomas Edison, recordhouder wat betreft het aantal patenten die hij in bezit had, ontwikkelde de grammofoon, de fonograaf en de gloeilamp in de jaren direct erna. Andere uitvindingen van belang waren bijvoorbeeld de typemachine en de vereenvoudiging van de fotocamera door George Eastman, de oprichter van Kodak.

Tijdens de Gilded Age vinder er grote veranderingen plaats qua productiewijze en qua de structuur en organisatie van bedrijven, er is een algemene tendens van schaalvergroting en automatisering. Hierdoor ontstaan er grote industriële complexen:

De arbeid wordt hervormt, men evolueert van individuele arbeid naar ploegenarbeid en lopende band werk.

schaalvergroting → productie wordt goedkoper → massaconsumptie → afzetmarkt groeit

Verder gaan bedrijven meer en meer met elkaar samenwerken, hierdoor ontstaan er de grote, zgn. Corporations. In 1919 waren 31% van de bedrijven Corporations en zij stelden 80% van de loontrekkers in dienst en maakte 90% van de Amerikaanse productie uit.

De winst moet stijgen en dit doet men door de productiekosten te drukken en de concurrentie te verkleinen, maar hierdoor stijgt echter de monopolisering.

De bedrijven consolideerde zich in trusts en monopolies die de welvaart en macht in handen van een beperkt aantal corporaties gaf:

  • Trust (trustees) grote bedrijven die ook de aandelen van kleine bedrijven uit dezelfde sector beheersen.
  • Holding Companies zijn grote ondernemingen die ook interesse hebben voor bedrijven uit andere sectoren.

De strijd tegen deze praktijken zou zich vooral in de periode van na de depressie van 1893 afspelen,

de overheid trachtte ook al wel eerder een rem op het systeem te zetten omdat het tegen de vrije concurrentie inging. Zo dateert de Sherman Anti-Trust Act uit 1890 met als doel de trusts in perken, maar de wet was echter ondoeltreffend.

De bedrijven werden steeds groter en machtiger, er was zelfs een soort van samenwerking tussen de political bosses en de businessmen. De political bosses hadden geld nodig en de businessmen wilden Carte Blanche om uit te breiden.

De overheid werd dus als het ware gebruikt door de Trusts en Holdings…

Het bestaan voor de gemiddelde arbeider in de late 19e en vroege 20e eeuw, hoewel vaak beter dan in andere landen, was niet altijd makkelijk. Monopolies betekende weinig competitie in vele bedrijfstakken en vaak werkte men 10-12 uur per dag voor relatief lage lonen.

Aangezien de bedrijven maar groter en groter worden, ze de politici in hun zak hebben en daardoor zeer veel macht hebben, groeit bij arbeiders de vraag naar bescherming.

Zo ontstaan er ook vakverenigingen in Amerika. Ze bestonden echter al van begin 19e eeuw maar hun ledenaantal was niet erg groot (het lidmaatschap was beperkt tot geschoolde arbeiders uit bepaalde industrietakken). Zo waren er omstreeks 1865 650.000 arbeiders (van de 3 miljoen) aangesloten bij een vakvereniging. In 1900 waren er 1 miljoen arbeiders (van de 27 miljoen) lid van een vakbond.

De eerste echte stappen voor arbeidersrechten werden in 1869 gezet toen in Philadelphia de Knights of Labor werd opgericht. Later werd de meer succesvolle American Federation of Labor opgericht, met als doel de werkcondities voor arbeiders te verbeteren via kortere werkweken en hogere lonen.

Vakbondsleden werden echter door rechtbanken gezien als samenzweerders tegen de overheid.

Vakbonden werden echter door de werkgevers en de Republikeinen beschouwd als slecht, er werd zelfs een zwarte lijst opgemaakt van arbeiders die in vakbond zaten.

De arbeidsmarkt was tevens oververzadigd, zo kwam tijdens de Gilded Age een ongelooflijke migrantenstroom opgang van mensen over de gehele wereld die droomden van een beter leven in Amerika…

Hierdoor was er een énorme arbeiderspool van ongeschoolde immigranten die de bedrijven konden aanboren om over goedkope arbeidkrachten te beschikken.

Verder kwamen ook heel wat zwarten uit het Zuiden naar het Noorden opzoek naar een job en een betere leefomgeving.

Deze beide groepen waren bereid om voor een laag loon in slechte omstandigheden te werken. Vaak werd ook in hun contract vermeld dat ze geen lid van een vakbond mochten worden.

Tot vandaag beschouwen velen Amerikanen de belangenbehartiging door de vakbonden als on-Amerikaans. Je moet zelf maar voor je zaakjes opkomen!

In de periode 1880- 1900 waren er heel veel stakingen die door de overheid werden gebroken aan de hand van politie en leger. De overheid en federale rechters kozen de kant van de ondernemers

Op 1 mei 1886 waren er in Chicago 100.000 stakers, anarchisten lieten echter die dag een bom ontploffen, dit is bekend als de Haymarket Riot. Dit had met als gevolg dat in de VS ‘Labor Day’ niet op 1 mei wordt gevierd, maar wel op de eerste maandag van september.

Relevante artikels

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen