Maatschappelijke organisatie in het kustlandschap: de maatschappelijke context van de boeren
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 854 keer
- Bedrijfsstructuur en de organisatie van het grondbezit en grondgebruik spelen een centrale rol in elke analyse van een rurale samenleving
Tegengestelde evolutie ‘kustboeren’ uit de kustvlakte en ‘zandboeren’ uit binnen-Vlaanderen:
- Bedrijfseconomische structuur
- Evolutie en chronologie
Kust-Vlaanderen:
- omstreeks 1300 veel meer inwoners > bevolkingsdaling op lange termijn
- met gestage evolutie naar grotere bedrijven toe
- late middeleeuwen: behoorlijke verkleining van het areaal van de kustvlakte
Binnen-Vlaanderen:
van in 13de eeuw: ontwikkeling van kleine bedrijven die op lange termijn- met onderbrekingen en remmingen- steeds kleiner werden tot midden 19de eeuw
û Aard van bedrijven
Kust-Vlaanderen:
- commerciële gewassen (tarwe, gerst, meekrap) en veeteelt > productie voor markt met commerciële ingesteldheid
- loop van 18de eeuw: groei aantal grote bedrijven, reuze-bedrijven bleven in de minderheid > evolutie naar commerciële middenklasse
- industriële bedrijvigheid in turfwinning ging achteruit > vanaf 17de eeuw, tendens om te verkleinen, maar de meeste bleven overeind
Binnen-Vlaanderen:
- grote divergentie tussen enkele grote bedrijven en meerderheid van microbedrijfjes
Kleine bedrijven = peasant-bedrijven
‘commercial survival economy’
- produceren om (1) te overleven en (2) hun kinderen een stuk grond te bezorgen
- produceren voor de markt, maar met geen commerciële ingesteldheid, als onderdeel van hun overlevingsstrategie
- tendens om steeds kleiner te worden
- zeer inventief in overlevingsstrategie
- enorme input van arbeid > hoge opbrengsten per hectare
- nieuwe technieken gebruiken om opbrengst te verhogen (introductie klaver, nateelten), wat hun toeliet om nog meer op te splitsen
- rurale linnennijverheid kwam in deze regio tot ontwikkeling, ook als onderdeel van de overlevingsstrategie
- Evolutie van het concentratieproces
- Microstudie betreffende een regio in het noordwestelijk deel van de Brugse Vrije (met name het ambacht Oostburg), A. Verstockt, 1998
- aantonen hoe het concentratieproces voortschreed tussen late 14de en late 16de eeuw
- basis was een reeks unieke tekeningen van de Gentse Sint-Pietersabdij > evolutie van grondgebruik; zie grafiek pg 464
- Kleine bedrijven, voor aanvang 14de eeuw nog in Oostburg, werden in de late Middeleeuwen en in de loop van de zestiende eeuw uitgerangeerd door middelgrote en grote bedrijven > definitieve ommekeer naar allesoverheersend groot bedrijf
- Loop van 17de en 18de eeuw: deze evolutie door, op een trager ritme
- Late 18de eeuw: zekere tendens tot omkering
- De geschetste evolutie is voorlopig > bronnen (archieven van polders en waterschappen) laten toe deze evolutie te schetsen
- Eerdere fase: eenvoudige lijsten van grondbezitters aangelegd voor repartitie van de lasten van het dijk- en waterbeheer
- Begin 15de eeuw: bestuur van waterschappen maken ommelopers of lijsten (zie afbl pg 456) met beschrijvingen van de landerijen in die waterschappen, met het oog op het innen van geschotgelden (= lasten te betalen door eigenaars of gelanden voor het beheer van het water)
- Bedrijfs- en bezitsconcentratie ging ook gepaard met het opgeven van talrijke hoeven
- opnieuw veel informatie uit polderbesturen en waterschappen; zie vele voorbeelden, pg 465-466 (de beschreven voorbeelden in de vele ommelopers zijn geen hoeven die rechtstreeks verlaten zijn wegens overstromingen)
- In de kuststreek zijn vele gebieden en dorpen verdwenen door overstromingen
- verbreding van de Westerschelde
- afkalving van de kust
- Andere plaatsen, hoeven en gehuchten zijn misschien verlaten wegens veeninklink na ontginning; zie luchtfoto pg 467
- dit is voorgekomen in Holland
- weinig bewijzen voor Vlaamse en Zeeuws-Vlaamse kustvlakte
- indien er veeninklink was > vroeger gebeurt bij de actieve ontginning van het veen