Patrimonium en staat
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 1083 keer
- Eer en bloed
Bloedverwantschap en eer
Bloedverwantschap
- universeel en voor de hand liggend middel voor onderlinge hiërarchie
- verticale verwantschap: leeftijd en geslacht, cultureel gewaardeerd door collaterale banden
- naam: verwees naar afstamming en behoren tot een familie
- vrouwen konden erven en doorgeven aan hun kinderen
Eer
erkenning door gemeenschap van iemands gewaardeerde positie
Hoge rang
- afstamming: bepaalde beschikking land en solidariteit
- vermogen: landbezit voorwaarde uitrusten als krijger
- prestaties: dapperheid, kracht en militair succes
Competitie
Competitie om eer, vermogen en macht langs de lijnen van familiebanden
- heersersgeslacht: tendens dominante positie via erfrecht
- bepaalden ook lotgevallen onderdanen
- patrimonium en ambt deelbaar onder zonen
Conflicten
Conflicten van eer en lichamelijke integriteit:
- families, geen individuen
- compensatie door dader of evenwaardig lid familie evenredige schade toe te brengen
- gunstigste geval: geregeld met geldbedrag (door wet vastgelegd): wergeld
- escaleerde soms tot vetes:
* op verbreking van verzoening stonden zware straffen
* overheid kwam aan vetevoering niet te pas
* kerk: verzachtende omstandigheden in geval van doodslag als wraakoefening
* overheid trachtte beperkingen op te leggen voor openbare orde
- Beneficia
Kerkelijke instellingen als grootgrondbezitters
- beheer afgelegen landerijen: beroep op plaatselijke potentaten
- weinig geschreven recht: beroep op gewoonterecht
* mondelinge getuigenis op basis van herinnering
* bewerker van een stuk land niet zonder goede reden verwijderen: duur van toewijzing, gerust van bezit
* levenslang toegekend: neiging overerving
- veel kerkelijke eigendommen langdurig in de handen van leken
- geen volle eigendom: goederen mochten niet verkocht worden aan derden + betalen van rente
- renten: beveiligen eigendom tegen aanspraken plaatselijke usurpators en familieleden van schenkers
Eenvoudige boeren
Eenvoudige boertjes schonken ook wel eens het kleine stukje land waarvan ze bezitter waren aan de kerk:
- bescherming
- vroegen het direct terug om er voor de rest van hun leven te kunnen werken
- juridisch afstand van bezitsrechten in ruil voor geclausuleerde gebruiksrechten
- clausulering varieerde sterk (tijdelijkheid sterker voor adel dan voor boeren)
= beneficia (gunsten) of precariae (smeekbeden)
Merovingische dynastie
Ook koningen konden bescherming verlenen aan personen die daar om vroegen: personen die zich opdroegen in de handen van de koning.
=> Bv: Merovingische dynastie:
- territoria als vergoeding voor uitgeoefend ambt
- geldarme economie: meest efficiënte vorm van beloning
- domeinen verbonden met ambten: dus tijdelijk
- zwakke koning: erfelijk bezit
- deze evolutie verzwakte koningschap
- beperkte verkeersmogelijkheden: land behoorde feitelijk toe aan lokale heersers
- lage agrarische opbrengsten: grondbezit geen geschikte basis voor centralisatie macht
- Vazalliteit
Merovingers
Merovingische tijd: Vassus: lager afhankelijk hofpersoneel
Eind 8ste– 11de eeuw
Eind 8ste -11de eeuw: geen eenduidige betekenis, maar betrekking op vrije mannen in dienstrelatie tot een heer:
- vergoeding: wapenuitrusting + deel krijgsbuit
- 2 typen heren: kerken en koningen
- relatie voor beide partijen aan voorwaarden gebonden en verbreekbaar
- ceremonieel: veel getuigen, rituele handelingen
- ceremonie waarschijnlijk niet steeds toegepast bij verlenen beneficium: uiteenlopende vormen
Feodaliteit
= bijeenkomen van vazalliteit en beneficium
Definitie
= een systeem van machtsuitoefening door middel van bilaterale verhoudingen tussen heer en vazal, die beide vrije mannen waren, in staat om een contract af te sluiten
Contract
- leenheer: trouw, bescherming en verlenen van inkomsten
- leenman: trouw, verlening van dienst (raad en daad)
= heerschappijsysteem tussen juridisch gelijken (aristocraten), maar sociaal – economisch ongelijken
è Wederzijdse trouw: voortdurende geweldplegingen, dus van levensbelang voor beide partijen
Leen
- doorgaans land: materiële onderbouw dienstrelatie
- leen van ambten
- geldelijke inkomstbronnen (b.v. een tol)
- uitgekeerde geldsom (geld- of beursleen)
Niet iedere vorm van machtsuitoefening gebeurde via feodo – vazallitische model.
Eigendom van grond
- veelvoorkomende rechtstitel (allodium, hereditas of proprium)
- vrijheidsbeperkingen:
* koning: bannus (recht om te bevelen)
* kerk: tienden heffen
* verwantschapsgroep: zegje over bescherming eigendom
* boeren die er werkten: rechten laten gelden
Systematiek van landuitgifte door Karolingers
De systematiek van landuitgifte door de karolingers mag niet worden overschat.
11de – 12de eeuw
feodaliteit als systeem dat politieke verhoudingen in grote delen Europa zou structureren
Feodaliteit
waarden die fundamenteel zouden worden voor Europese cultuur:
- geweld en conflicten in stramien dat geënt is op verwantschapsbanden, maar daar toch bovenuit stijgt
- competitiviteit geordend en gericht op verwerving materiële goederen en aanzien
- regels die rechtmatigheid van oorlog enigszins onderbouwen.