Menu

The Great Divergence: over globalisering, technologie en ongelijkheid (09-04-2013)

Deel dit artikel:

De grote vragen uit de economische geschiedenis gaan over ‘global economic history’. De great divergence is het uit elkaar groeien van industrialiserende en niet-industrialiserende samenlevingen vanaf de 19e eeuw waarbij het Westen dominant werd. Vragen daarnaar gaan over de oorzaken en de timing/het beginpunt. De kloof meten we met het BBP per capita. Het is te zien dat China zijn achterstand op het westen de laatste jaren inhaalt. Terwijl China krimpt, haalt de VS in de 19e eeuw Europa in. Vanaf de opening van Japan (1870) groeit ook dat land. In 1500 was er al ongelijkheid, maar Italië lag ver voor terwijl Groot- Brittannië en China amper verschilden. In 1820 is de race gelopen in westers voordeel, zakt Italië af, maar het herstelt zich na WO II weer.

China had tussen 1500-1800 een enorme technologische voorsprong op Europa, maar de reële lonen waren er lager, de Europese top was meer ontwikkeld dan de Aziatische en in Europa was er meer verstedelijking. Er zijn vijf klassieke verklaringen voor de great divergence. [1] Geografie: grondstoffen, schaalvoordelen, klimaat/ziektes. [2] Politiek-juridische instituties: terugtredende overheid, beperkte belastingen, eigendomsrechten, geen despotisme. (Beperkte verklaringskracht, want China groeit ook zonder parlement). [3] Demografie: West-Europees huwelijkspatroon, werkende vrouwen -> matige bevolkingsgroei, minder Malthusiaanse crises, hogere lonen, betere scholing. [4] Cultuur: protestantisme predikte werkethiek, efficiëntie, een onttoverde wereld; bovendien vrij hoge alfabetisering. [5] Wetenschappelijke revolutie: denken in wetmatigheden leidt tot technologische ontwikkeling, maar ‘probleem van Needham’: China had ook uitvindingen. Deze factoren zijn noodzakelijk, maar niet voldoende en bevorderden wel het techniekaanbod, maar niet de vraag naar arbeidsbesparende technologie.

Hoge lonen, lage prijs van kapitaal en heel goedkope energie zorgen voor een grote vraag naar arbeidsbesparende technologie in 18e-eeuws Engeland. Japan en Azië hadden juist dure energie en goedkope arbeid. De verhoudingen in prijzen van arbeid, kapitaal en energie zijn dus belangrijk om de great divergence te verklaren. De belangrijkste verklaringen zijn dus de vijf bovengenoemde, aangevuld met [6] economisch succes door globalisering en [7] technologie. Arme landen moeten dus hun onderwijs verbeteren, technologie aanpassen en goede instituties creëren, maar de lage lonen zijn de bottleneck die een poverty trap veroorzaken. Hoe langer er onderwijs genoten wordt, hoe hoger het BBP.

Relevante artikels

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen