TREK NAAR HET WESTEN
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 1359 keer
De reeds voor de Burgeroorlog begonnen expansie naar het westen zette zich na het conflict onverminderd voort. Via de Oregon Trail en andere routes stroomden duizenden mensen de relatief onbevolkte gebieden ten westen van de Mississippi binnen. Al voor de Burgeroorlog waren enkele staten gevormd en in de halve eeuw tussen 1865 en 1915 zouden er nog vele volgen.
Bij de (nieuwe) trek naar het westen speelde de spoorwegen een zeer belangrijke rol, aan de rand van de spoorlijnen groeiden nieuwe dorpen en steden.
In 1870 heeft men de ‘New Frontier’ ten westen van de Mississippi. Daardoor ontwikkelen zich nieuwe staten, in 1889 treden North-Dakota, South-Dakota, Montana en Washington toe, een jaar later volgen Wyoming en Idaho
De trek naar het westen ging niet echt gepaard met zorg voor de natuur. Toch waren er mensen die gingen zorgen voor het milieu. Zo is er de Conservation Mouvement. Ontstaan van natuurparken zoals Yosemite Park (Californië)en Yellowstone Park (Wyoming)
De periode 1860- 1880 is de periode van de Cattle Ranches en Cattle Trails in het gebied van de Great Plains (= Montana, Colorado, Wyoming, North en South Dakota, Nebreska, Kansas, Oklahoma, Texas en New Mexico). Dit kwam door de toegenomen vraag naar vlees in de steden en voor de spoorwegarbeiders en de betere infrastructuur om het vlees te exporteren naar de steden. De Cattle Trails was als het ware een spoorlijn om vee vanuit de (South)West naar het Oosten te vervoeren.
Het vee werd twee keer per jaar bijeengebracht, nl. in het voorjaar om te brandmerken en in de herfst om de volwassen dieren er uit te pikken en op transport te zetten. Vooral in Chicago werden veel koeien geslacht.
Het vee graasde oorspronkelijk in open land (niet in een wei), maar toen de vraag naar vlees groeide werd het land overbegraasd. Er ontstonden meer en meer conflicten tussen boeren en veehouders, die door hen beschuldigd werden hun vee over akkers te laten lopen.
Hierdoor kwam er een einde aan de ‘open begrazing’ en werd het vee in weiden geplaatst omgeven door prikkeldraad.
Bovendien gingen tegen 1890 grote veehouders (en Holdings) kleine concurrenten opkopen waardoor de traditionele branche van ‘catteling’ (en hun cowboys) wegviel.
In 1862 werd de Homestead Act ingevoerd, dit is een wet waarbij grote gebieden aan particulieren worden opengesteld: Als je 5 jaar een stuk grond bewerkte (60ha/per) werd dit jouw gebied.
Tot 1910 ging ruim 85 miljoen ha naar de pioniers, hierbij verdrievoudigde de productie. De landbouw groeide explosief en de export naar Europa nam toe.
De Indianen waren echter de dupe. Het waren zij die oorspronkelijk leefden in de Great Plains van de buffeljacht (voedsel, beschutting, kleding, brandstof).
Maar door de bouw van spoorwegen en deHomestead Act ontstaan er conflicten en oorlogen. Er werden misleidende verdragen afgesloten met hen en ze werden verjaagd van hun gronden/reservaten. Ook werden de buffels met duizenden afgeslacht door de blanken, voor het vlees of gewoon voor het plezier, William Cody beter bekent als Buffalo Bill was de bekendste. In 1885 blijven er een paar 100 van 13 miljoen bizons over.
Het Congres voerde in 1887 de Dawes Act in waardoor een eind gemaakt werd aan het gemeenschappelijke grondbezit van indianen. Ze moesten vanaf nu individuele gronden hebben. Zo wou de overheid meer en meer hun visie van beschaving aanreiken/opdringen. Verder werden de kinderen van Indianen naar kostscholen gestuurd. De Dawes Act was doordrongen van een Euro-Amerikaans christelijk wereldbeeld dat werd opgedrongen aan de Indianen.
Een familie moest op een stuk grond gaan wonen (dat ze ev. pas na 25 jaar mochten verkopen) dat de overheid aan haar toewees, de wet geeft ook de mogelijkheid aan de overheid om al het vrijgekomen land, dat niet wordt toegewezen, te verkopen.
Nadat er een wijziging was aangebracht in de Dawes Act in 1906 konden mensen met indiaans en blank bloed hun stuk grond verkopen wanneer ze zelf wilden. Velen die het deden werden bedrogen.
Het was een slecht bestaan in de reservaten voor de Indianen, zo blijven er eind 19de eeuw nog maar 200.000 à 300.000 Indianen over…