Vormen van weerstand tegen de staat
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 896 keer
Deze staatsinterventie lokte uiteraard verzet uit of op zijn minst nieuwe eisen. De inzet hiervoor waren voorwaarden waaronder de staat controle kon uitoefenen of middelen kon vergaren en een soort eisen die de machtshebbers en de gewone mensen konden stellen aan de staat. Variaties hierop waren afhankelijk van de manier waarop dwang en kapitaal de basis vormden van de staatsvorming. Bij dwang intensieve gebieden ging het over de inzet van controle over land en arbeid, bij kapitaal intensieve over de inzet van kapitaal en handelsgoederen en in regio’s van gekapitaliseerde dwang was de inzet vaak eigendomsrechten. Ook was dit sterk afhankelijk van de homogeniteit van de bevolking. Bij een heterogene, gesegmenteerde bevolking was er minder kans op rebellie. Daarentegen was het gemakkelijker administratieve innovaties door te voeren bij een homogene bevolking. Om deze reden zal de staat de bevolking trachten te homogeniseren d.m.v. taal, religie en juridische regels.
Langzaamaan groeide het verzet uit tot een massa opstand aangezien de vragen en acties van de staat botsten met het rechtvaardigheidsgevoel van de burgers, de burgers zich met elkaar verbonden voelden dankzij duurzame sociale banden, sommige inwoners beschikten over machtige vrienden of geallieerden in binnen en buitenland en de staat zelf bekwam kwetsbaar voor aanvallen. Om deze confrontatie aan te gaan, begon de staat te onderhandelen. Dit varieerde sterk: van voorbeeldstraffen tot gesprekken met het parlement. Al bij al leidde dit tot de verplichting van de staat t.o.v. de burgers en omgekeerd. Wel was dit sterk afhankelijk van de dominante klassen in de staat.