Beweging
- Gepubliceerd in Gezondheid
- Lees 2743 keer
Men kan in zijn bewegingen beperkt zijn. Bij actieve insufficiëntie is de bewegingsuitslag passief groter te maken. Bij passieve insufficiëntie is er een beperking in het strekken van de spier. Er zijn 3 soorten actieve beweging: isometrisch (spier blijft aangespannen even lang), concentrisch (spier wordt korter), excentrisch (spier wordt langer).
De effectiviteit van een spier is te bepalen door een werklijn te trekken over het traject waarin de spier trekt (in principe tussen origo en insertie) (kracht) en de afstand tussen die werklijn en het centrum van het gewricht (arm, d). Er geldt moment = kracht x arm, des te groter het moment, des te groter de effectiviteit. Bij standsverandering verandert de arm en de hoek van de werklijn, dus de effectiviteit.