Cognitieve ontwikkeling.
- Gepubliceerd in Gezondheid
- Lees 1625 keer
Piaget was van mening dat kinderen aan de hand van assimilatie en accommodatie kwalitatief verschillende stadia van cognitieve ontwikkeling doormaken. Het preoperationele denken, die kinderen van twee tot zeven jaar doormaken, wordt gekenmerkt door de enorme uitbreiding van het symbolische denken. Deze toename gaat hand in hand met het toenemende begrip van ruimte, oorzaak, identiteiten, categorisatie en nummers. Er zijn geen aanwijzingen meer nodig om geprikkeld te worden of ergens aan te denken. Dit karakteriseert de symbolische functie: het vermogen om symbolen of mentale representaties te gebruiken. Dit tonen kinderen door de groei van doen-alsof spelletjes en taal. De preoperationele fase wordt eveneens gekenmerkt door egocentrisme, het niet kunnen begrijpen dat andere mensen andere gezichtspunten hebben dan het kind zelf. Het gaat erom dat zij ervan uit gaan dat anderen dingen hetzelfde beleven als zij. Volgens Piaget kunnen preoperationele kinderen nog niet logisch nadenken over oorzaak en gevolg, maar redeneren ze door middel van overdracht: ze linken twee gebeurtenissen. Ook begrijpen ze identiteiten beter: het concept dat mensen en veel dingen in basis hetzelfde blijven. Hiervoor is categorisatie nodig.
De meeste kinderen kunnen verbaal hoeveelheden vergelijken als ze vier jaar zijn (groter en meer). Als ze ongeveer drieënhalf zijn kunnen ze het kardinaliteit principe van tellen toepassen: ze snappen dat het laatste getal van de reeks het aantal geeft van de getelde objecten.
Animisme: verwijst naar de moeite die kinderen hebben met het sorteren van hetgeen werkelijkheid en fantasie is. kunstmatigheid: dit verwijst naar het geloof van kleine kinderen dat alle natuurlijke verschijnselen gemaakt worden door volwassenen.
Een belangrijk experiment dat weergeeft hoe kinderen in de preoperationele fase de wereld waarnemen is de conservatie taak van Piaget. Conservatie betekent in dit experiment dat men weet dat een bepaalde substantie van dezelfde hoeveelheid blijft ongeacht de vorm waarin het gegoten wordt (de twee glazen sap). Kinderen jonger dan zeven jaar hebben dit besef van conservatie nog niet. Volgens Piaget heeft dit twee redenen. Ten eerste hebben kinderen geen weet van het begrip omkeerbaarheid. Ten tweede wordt hun redeneren beïnvloedt door de perceptiestijl die centreren wordt genoemd. Dit houdt in dat kinderen zich richten op het meest opvallende kenmerken van hetgeen zij zien.
Kritiek op Piaget bij jonge kinderen: hij heeft de cognitieve vaardigheden van kinderen (net als bij baby’s) onderschat. Daarnaast overdrijft hij het idee van egocentrisme. Kinderen worden zich al op jongere leeftijd bewust van het feit dat iedereen zijn eigen gedachten heeft.