Wie is een hoger risico op problemen bij het omgaan met kanker ervaren?

Sommige mensen gaan door het hele diagnose en behandeling in staat om een algemeen positieve beeld te behouden, het beheer van de medische zorg, terwijl het balanceren van hun dagelijks leven. Iedereen kan echter moeite met het omgaan ervaren. De volgende situaties of kenmerken kunnen mensen de nood te verhogen:
• In het verleden negatieve ervaringen met medische behandelingen of ziekenhuizen
• Recente of onopgeloste verliezen (waaronder sterfgevallen, echtscheiding, verlies van baan)
• Verlies van een familielid (of vriend) om kanker of persoonlijke geschiedenis van vroegere kankerdiagnose
• persoonlijke of familiale voorgeschiedenis van depressie, angst of andere psychiatrische diagnose
• Geschiedenis van drugs-of alcoholmisbruik
• Eerste diagnose van kanker in een vergevorderd stadium
• Gebrek aan spiritualiteit, religieuze opvattingen of zinvol leven filosofie
• Bijzonder stressvolle levensstijl voordat de diagnose
• Financiële problemen • algemeen pessimistische kijk op het leven, of het gevoel hulpeloos wanneer geconfronteerd met uitdagingen van het leven
• De vroegere of huidige trauma (zoals oorlog gevecht, of fysiek of seksueel misbruik)
• De verantwoordelijkheid voor minderjarige kinderen of afhankelijke volwassenen
• Omdat ouderen of gehandicapten en alleen wonen, gebrek aan sociale ondersteuning; wordt geïsoleerd
• Relatie of familie problemen

Als u een of meer van deze situaties herkennen en denken dat ze zal uw geliefde de nood te verhogen, overwegen pro-actief op zoek naar advies van een maatschappelijk werker of op zoek naar ondersteuning en begeleiding van professionals, via organisaties zoals CancerCare, Inc (zie de bijlage voor contactgegevens). Door te vragen om hulp bij het begin, kunt u in staat om leed te voorkomen dat het erger door te leren hoe om te helpen uw geliefde het beheer van zijn of haar gevoelens, dit zal u helpen om een aantal van de problemen die interfereren met succesvolle coping-lossen. Verdere informatie over de soorten steun en begeleiding worden besproken in de vragen 45 en 47.