De geschiedenis van C++
- Gepubliceerd in Webontwikkeling
- Lees 3043 keer
C++ is geëvolueerd uit de programmeertaal C, die op zijn beurt is ontsproten uit twee andere talen, namelijk BCPL en B. BCPL is in 1967 ontwikkeld door Martin Richards om software en compilers te schrijven voor besturingssystemen. Ken Thompson heeft vele elementen van BCPL in zijn eigen programmeertaal B verwerkt. Hij gebruikte zelf B om in 1970 bij Bell Laboratories één van de eerste versies van het UNIX besturingssysteem te schrijven.
C werd in 1969 bij Bell Laboratories uit B ontworpen door Dennis Ritchie en in 1972 werd de taal geïmplementeerd. In 1978 legde Dennis Ritchie, samen met Brian Kernighan, de definitie van de taal vast in het boek ‘C - Programming Language’. Toen bleek dat er hiervoor heel wat interesse ontstond werd ze in opdracht van ANSI (American National Standardization Institute) nauwkeuriger en meer uitgebreid gedefinieerd. In 1989 was deze ANSI-standaard klaar. Initieel raakte C bekend als ontwikkelingstaal voor het UNIX besturingssysteem. Momenteel is het grootste deel van besturingssystemen voor laptops, desktops en kleine servers geschreven in C of C++ . In C staan goede implementeerbaarheid, efficiëntie en uitdrukkingskracht meer centraal dan veiligheid. De gebruiker is bijgevolg niet goed beschermd tegen zichzelf. Fouten worden niet altijd duidelijk gesignaleerd.
Deze taal is bijgevolg niet de meest eenvoudige en vraagt heel wat oefening om ermee vertrouwd te geraken. C++ , een uitbreiding van C, is in het begin van de jaren ’80 eveneens bij Bell Laboratories ontwikkeld, ditmaal door Bjarne Stroustrup. De voornaamste uitbreiding is de mogelijkheid tot objectgeoriënteerd programmeren (Object Oriented Programming, OOP), wat een grote vooruitgang biedt ten opzichte van oudere programmeertalen, aangezien het de productiviteit van programmeurs aanzienlijk verhoogt. Bij objectgeoriënteerd programmeren worden objecten, zoals deze te vinden zijn in de wereld om ons heen, weergegeven door middel van softwarecomponenten. C++ is een hybride taal, omdat het mogelijk is zowel imperatief (door middel van functies, zoals al mogelijk was in C), objectgeoriënteerd (door middel van objecten) als in gemengde stijl te programmeren.