Basiskennis (‘core knowledge’)
- Gepubliceerd in Psychologie
- Lees 891 keer
Theorie = kinderen worden geboren met een reeks van aangeboren kennissystemen. Ieder van deze systemen laat toe snel nieuwe, verwante informatie te vatten en leidt tot vroege/snelle ontwikkeling van het denken.
Er zijn meerdere basisdomeinen:
> Taalkundige kennis
- Zie later LAD
> Psychologische kennis
- Zie hfst. 6
> Fysische kennis
- Bv. object-permanentie, de graviteit (dingen zullen vallen als ze niet ondersteund worden)
> Numerieke kennis
- Kleine aantallen.
- Bv. Kinderen van 5 maanden zagen hoe een scherm een speelgoedbeestje verstopte. Daarna zagen ze een hand die een tweede speelgoedbeestje achter het scherm plaatsten. Vervolgens werd het scherm weggehaald. Sommige kinderen kregen 2 speelgoedbeestjes te zien (normaal) en andere kindjes kregen maar 1 speelgoedbeestje te zien (niet normaal). Deze laatsten keken langer naar de onverwachte situatie dan de andere kinderen. Deze resultaten illustreren dat kinderen het verschil kunnen zien tussen 1, 2 en 3 objecten. Meer kunnen ze niet onderscheiden.
Wat ook heel belangrijk is, is de ERVARING om deze kennis verder uit te bouwen.
Kritiek:
> Onduidelijkheid:
- Welke ervaringen zijn in elk van de genoemde domeinen belangrijk?
- Hoe halen kinderen daar hun voordeel uit?
Voordeel:
> Het heeft de focus van onderzoek over ontwikkeling van het denken scherper gesteld door:
- Het uitgangspunt van het denken te belichten
- De stappen die daarop volgen duidelijk in kaart te brengen.