Enkelvoudige fobie
- Gepubliceerd in Psychologie
- Lees 1008 keer
Kenmerken en voorkomen
In theorie kan men voor elk object of situatie een fobie ontwikkelen.
In de praktijk meest voorkomend: angst voor dieren, angst voor afgesloten ruimte (claustrofobie), angst voor hoogten (acrofobie), angst voor onweer, angst voor bloed en/of medische behandelingen
=> Bij confrontatie met de trigger: verhoogde lichamelijke arousal (bv. Snellere hartslag)
Opm: Enkel bij belemmering van functioneren wordt er hulp gevraagd
Gem. Ontstaansleeftijd voor
- dierfobie en bloedfobie: 8 jaar
- Tandartsfobie: 12 jaar
- Claustrofobie : 20 jaar
Diagnostische criteria
1) Een aanhoudende en irrationele angst voor een bepaald object of voor een bepaalde situatie
2) Wnr de betrokkene wordt blootgesteld aan een gevreesde situatie, volgt meestal een angstreactie,
soms in vorm van een situatiegebonden paniekaanval
3) het object of de situatie wordt vermeden; als dat niet mogelijk is, ontstaat er een intense angst
4) De persoon erkent dat zijn angst feitelijk ongegrond is
5) De angst of het vermijdingsgedrag is zo ernstig dat het interfereert met de dagelijkse bezigheden
of sociale relaties of betrokkene lijdt ernstig onder de angst
6) De angst en vermijding kunnen niet beter verklaard worden door een andere angststoornis
Differentiële diagnose
- Indien in het kader van andere angststoornissen kunnen we niet spreken van een enkelvoudige fobie
- Specifieke fobie voor sociale situaties = sociale fobie
Wetenschappelijke inzichten
- Meestal ontstaan door klassieke conditionering, dus een fobie die ontstaat door een traumatische
ervaring (volgens de tweefactorentheorie van Mowrers)
- Andere factoren: modelling en informatie – overdracht
- Weinig evidentie voor erfelijke bepaaldheid
Behandeling
Gedragstherapie met exposure (meer info hierover: H10)
Prognose