Het radicaal positivisme van Skinner

In plaats van theoriën stond hij voor een systeem van behaviorisme geleid door data.
Zijn positivisme pleitte consequent voor een methodologische nadruk en een terugkeer naar de studie van het gedrag gedefinieerd in termen van zij-effecten.
Gedrag, voor Skinner, was compleet onderworpen aan omgevingsbepaaldheid. Als de omgeving gecontroleerd is, dan is het gedrag gecontroleerd.
De basis voor het onderzoek van Skinner was de studie van het uitvoerend gedrag. In tegenstelling tot beantwoordend gedrag, waar de responsen uitgekozen zijn door specifieke stimuli, is uitvoerend gedrag verdergaand zonder een duidelijke stimulus.
Skinner redeneerde dat de menselijke karaktereigenschappen van de soorten, die waarschijnlijk voortkomen uit de rest van levende evolutionaire producten, in feite een illusie zijn, gemaakt door ons in de loop van de geschiedenis om ons een veiligheidsgevoel te geven.
In feite, menselijk zijn is controle hebben- het begrijpen en gebruiken van de omgeving voor het eigen belang.