Max Wertheimer (1880-1943) and the Beginning of Gestalt Psychology (p 208)
- Gepubliceerd in Psychologie
- Lees 1132 keer
Max Wertheimer vroeg zichzelf af toen hij in de trein richting een vakantiebestemming ging wat beweging precies is? In zijn poging deze vraag op te lossen ging hij aan de slag met Kofka en Köhler, de triumvirate of Gestalt Psychology (WKK).
Hij deed een experiment waarbij lampjes in serie aan en uit gingen. Met intervallen van 50 tot 60 milliseconden leken deze lampjes een continue beweging te vormen. Dit noemde hij het phi phenomenon. Dit fenomeen kon niet worden opgebroken in zijn elementen. Hierin kom gelijk de 4 elementen van Gestalt Psychologie naar voren:
1) Holistisch denken (het geheel is meer dan de som der delen)
2) Phenomenological basis (fenomenen zijn het onderzoeksgebied)
3) Methodologie is gebaseerd op realistische (werkelijke) experimenten met weinig proefpersonen
4) Isomorfisch, psychologische processen zijn gerelateerd met biologische (brein) processen.
Georg von Bekesy plaatste twee vibrerende apparaten op de knieën van een geblindoekt persoon. Op een bepaald moment voelde het alsof de stimulatie spring van de één naar de andere knie, een tactile phi phenomenon.
Vooral beweging was voor de Gestalt psychologen belangrijk: Experimentelle Studien über das Sehen von Bewegung, geschreven door Wertheimer is het formele begin van de Gestalt. Gestalt was een reactie op Wundt’s en Titchener’s werk.
Zie Edgar Rubin’s werk op p 211. Dergelijke figuren geven aan dat we over een actieve geest beschikken en niet slechts over een passieve sensor. Kofka, Wertheimer en Köhler beschreven de drie Gestalt principes: 1) Gelijkheid: gelijke of gelijksoortige elementen vormgen groepen, 2) Nabijheid: hoe dichter bij elkaar hoe eerder we ze als groepen vormen, 3) Afsluiting en goede Gestalten: onze brein vult vanzelf missende onderdelen in. Een figuur dat ons dit makkelijk laat doen noemen ze een Good Gestalt.
Bluma Vul’Fovna Zeigarnik is het meest bekend om wat nu het zeigernak effect is gaan heten. Het viel hem op dat obers een rekening heel lang konden onthouden maar zodra er betaald was deze het bedrag niet meer konden noemen. Ofwel: closure. Hij reproduceerde dit door mensen taken uit te laten voeren en de helft van die taken te onderbreken. Hierna werden zij gevraagd om de gemaakte taken op te noemen, de onafgemaakte werden 90% beter herinnerd dan de afgemaakte.
Paul Schiller liet een aap die onafgemaakte figuren bekrassen. De aap deed dit het meest op de locaties waar het weggelaten stuk zich hoorde te bevinden.
In de periode voor de Nazi’s bevond Gestalt psych. zich op een hoogtepunt, met name aan de Berlijnse universiteit. Door ingrijpen van de Nazi’s en het uit functie zetten van Joden werd de wetenschappelijke wereld verminkt. Veel belangrijke Duitse wetenschappers vluchtte naar Amerika.
Köhler schreef het laatste anti-nazi artikel in 1933. Hiervoor werd hij niet opgepakt door zijn status maar het leven werd hem wel moeilijk gemaakt. Uiteindelijk vluchtte ook hij naar Amerika.
In zijn laatste 7 jaren in Amerika onderzocht hij educatie en creatief denken. Zo demonstreerde hij dat een parallellogram het best opgesplitst kan worden in deelproblemen (2 driehoeken en 1 rechthoek). Wanneer deze abstractie geleerd wordt kunnen leerlingen het probleem beter in andere contexten oplossen. De latere wiskundige Carl Friedrich Gauss wist op 6-jarige leeftijd al snel de som 1+2+…+9+10 op te lossen door het in het bekende 1+10, 2+9, etc = 5*11 uit te rekenen. Dit is eveneens een voorbeeld van Gestalt denken en kon volgens Wertheimer ook in normale kinderen worden geleerd. Uiteindelijk heeft dit onderzoek niet heel veel invneuhloed gehad op het onderwijs.