Structurele theorie
- Gepubliceerd in Psychologie
- Lees 3484 keer
Grondlegger: Minuchin
Onderzoek behandeling delinquente jongeren: sterke terugval wnr ze terug in hun ouderlijk gezin en omgeving vertoefden
=> ontwikkeling van therapeutisch programma vr heel het gezin ipv vr alleen de jongere
In deze benadering: gezin = voortdurende veranderend sociaal systeem met 2 hoofdtaken:
- waarborgen vd continuïteit vh gezinssysteem
- bevorderen vd ontwikkeling vd gezinnen
Gezinsstructuur, functies en grenzen
Gezinsstructuur : heeft betrekking op de regels die ten grondslag liggen aan de interactiepatronen in het gezin
-> het gaat hier om impliciete gedragsregels die te herkennen zijn aan de manier waarop gezinnen met elkaar omgaan
Gezinssysteem bestaat uit subsystemen (partner-, kind- en oudersubsysteem). Ze oefenen allemaal specifieke functies en taken uit.
Elk (sub)systeem heeft grenzen
-> gedefinieerd dr regels over wie er contact met elkaar mag hebben op welk gebied
-> nodig om taken vh subsysteem goed te kunnen uitvoeren
-> opm: in een goed systeem zijn de grenzen nt alleen duidelijk, mr ook flexibel
Associaties en coalities
Associatie = 2 of meer gezinsleden vormen een subsysteem om een bepaald doel te realiseren
Coalitie = 2 gezinsleden vormen een front tg 2 of meerdere andere gezinsleden
=> veranderen voortdurend in een gezin
probleem: associaties en coalities zijn rigide of gaan over meerdere generaties
Hiërarchie
Gezin: ouders = leidinggevende functie => hiërarchie nodig die geaccepteerd wordt
- regels stellen
Taken - verantwoordelijkheden van andere gezinsleden vaststellen
=> rekening houden met de behoefte vd kinderen en hun ontwikkelingsfase
Verstoorde hiërarchie waarbij ouders er nt in slagen hun functie op een flexibele manier toe te passen-> problemen
Ernstige gevolgen bij conflict tss leidinggevenden: beide ouders verlangen dat het kind hun kant kiest en tegen de andere ouder is
= triangulatie
Parentificatie = ouders dragen een deel van hun functies over aan het kind
Kluwen- en los zand-gezinnen
2 extreme gezinsstructuren:
*Kluwen-gezin
- grenzen tss de subsystemen zijn vervaagd
- rigide grens tss gezinssysteem en buitenwereld
- gezinsleden communiceren veel met elkaar en zijn erg betrokken op elkaar
- weinig contact met mensen buiten het gezin
=> Probleem:
- samenhorigheid gaat ten koste van zelfstandigheid
- gezinsstructuur is te rigide -> neiging om steeds dezelfde interactiepatronen te vormen
*Los zand-gezin
- zeer strakke grenzen tss de gezinsleden
- grens tss gezinssysteem en de buitenwereld vervaagd
- gezinsleden praten weinig met elkaar + afstandelijke relatie
- iedereen heeft zijn vrijheid
- te weinig structuur
- mogelijkheden om sociale steun te zoeken zijn beperkt
=> Probleem:
- nauwelijks uitvoering van een verzorgende en beschermende functie
Fasen in de gezinsontwikkeling
Nadruk op ontwikkelingsperspectief: sommige veranderingen zijn voorspelbaar -> patroon
Levenscyclus van een gezin (Lange):
- fase zonder kinderen: samenleven vd partners
- uitbreidingsfase: geboorte van eerste tem laatste kind
- stabilisatiefase: periode totdat het eerste kind het huis verlaat
- fase waarin de kinderen het huis uitgaan
- ‘lege nest’ fase: alle kinderen zijn het huis uit en de partners zijn weer met 2
- fase waarin een partner alleen overblijft na het overlijden van de ander
Opm:
- afwijkingen zijn mogelijk
- doorlopen van deze fasen vergt telkens een inspanning vd gezinsleden (vooral de overgang)
Pathologie
Volgens deze benadering: niet bepaalde gezinsstructuren, mr wel wisselwerking is de oorzaak van
pathologie bij een gezinslid 3 mogelijke relaties tss gezinsstructuur en pathologie:
- Gezin draagt op een passieve manier bij aan de problematiek
Bv. vrouw zorgt ervoor dat er altijd drank in huis is om escalatie te voorkomen
- Gezin kan een context vormen die het risico op het ontstaan van een stoornis vergroot
Bv. moeder is heel angstig en houdt kinderen weg vd straat
- Gezin kan de herhaling van afwijkend gedrag stimuleren
Bv. gestoord gedrag van kind is bliksemafleider in slechte relatie: ouders zijn enkel met het
kind bezig en nt met elkaar