Types van woorden
- Gepubliceerd in Psychologie
- Lees 781 keer
Woorden voor voorwerpen leren ze snel, ook werkwoorden en adjectieven.
Adjectieven die aan elkaar gerelateerd zijn op vlak van betekenis, komen de algemene onderscheiden eerst voor en dan pas de specifieke
Dus eerst klein – groot, dan lang – kort, vervolgens hoog – laag en tenslotte breed – smal
Als vervanging van woorden die ze nog niet kennen, verzinnen ze nieuwe woorden en maken ze gebruik van woorden die ze al kennen.
Bv. plant-man voor een tuinman en een krijter voor iemand die met krijt speelt.
Kleuters breiden hun taalbetekenis verder uit door metaforen. Deze zijn wel concrete, zintuiglijke vergelijkingen
Bv. Wolken zijn kussens
Eens hun woordenschat is uitgebreid, maken ze ook gebruik van niet zintuiglijke metaforen zoals vrienden zijn zoals magneten.