Waarom viel het Romeinse Rijk uiteen?
- Gepubliceerd in Psychologie
- Lees 1035 keer
Schiavone (2000) is diegene die dit goed heeft kunnen beschrijven. Er was ten eerste een verandering in mentaliteit t.o.v. geest en werk. Er was een Griekse scheiding van lichaam in ziel, niet zoals in het christendom en bij Descartes, maar het was tussen de ziel en de materiële productie. De economische sleutel voor de Romeinen en de Grieken was slavernij en de mentale sleutel was geest en werk. Hierdoor was er geen economische ontwikkeling. Ten tweede was er de economische grond: slavernij. De slaven werden toen als machines gezien (zelfs Aristoteles), maar het was niet gebaseerd op het ras bij het Romeinse Rijk. 30% van de Atheense populatie was slaaf. Dit versterkte misprijzen nog voor de materiële arbeid, slaven werden namelijk als machines gezien. De behoefte aan modernisering was er dus niet. Het had wel een positieve kant. Al het werk werd gedaan door de slaven, waardoor de Romeinen tijd kregen om te filosoferen. Romeinen waren goede organisatoren, vandaar hun succes. Romeinen worden ook wel de „doeners‟ genoemd, en de Grieken de „denkers‟. Aristoteles zei: “Ideeën zijn actie, geen productie.”