ART 159
Raad Van State is opgericht in 1946. Tot dan enkel 1 vorm van controle, ART 159, controle door rechterlijke macht.
VB uit 1924 : koninklijk besluit dat wet geeft aan de uitvoering van een wet uit 1856. De wet zegt’ we houden regelmatig verkiezingen, en verdeeld in de kamer over districten. (vandag de zetels verspreid over de provincie, hangt af van de bevolking) Maar bevolking evolueert, dus volkstelingen dus in functie van kiesdisricten. Evolutie van bevolking in het oog houden. Koning regelt de volksteling. Daarop neemt koning een besluit, om de 10jaar volkstelling, en van huis tot huis te gaan. Om dit makkelijker te maken, moet iedereen een identitieitskaart hebben en die ook altijd bij zich hebben.
Op een dag, enkele jaren later,word man aangehouden, maar heeft geen identitieitskaart niet bij. Krijgt een boete, maar weigert die boete te betalen . Komt voor de politierechtbank en het openbaar ministerie dat de politie vertegenwoordigt, stelt dat man KB heeft overtreden, en wou boete niet betalen. Maar advocaat van man, geeft KB gelijk, maar hij vind dat het koninklijk besluit zijn boekje te buiten gaat; Het is niet omdat koning over volkstelling vernatwoordelijk is, dat hij iedereen tot identitieitskaart kan verplichten. En rechter vind ook dat dat KB zijn boekje te buiten gaat. Het Openbaar Ministerie gaat in beroep, bij de correctionele kamer bij de rechtbank van eerste aanleg. Ook daar heeft men man gelijk, dat KB art 108 en het legalitieitsbeginsel schendt. Openbaar Ministerie gaat naar cassatie, cassatie gaat alleen na of de wet juist is toegepast en geinterpreteerd. Hof van Cassatie geeft het Openbaar Ministerie gelijk, verplichting identiteitskaart is logisch ivm volkstelling. Cassatie vind KB ok. Cassatie verwijst zaak naar nieuwe rechter, een andere correctionele rechtbank dus. Die correctionele rechtbank, geeft echter toch de man gelijk. Dus ook een tweede cassatie wordt aangevraagd.Cassatie komt in verengde kamers samen. En in dit geval zegt cassatie dat KB, ok is en niet in strijd met gelijkheidswet.
Dus tot 1948 was de controle op de administratie in handen van gewone rechters, gewone rechters stonden in voor het oplossen van conflicten tussen burgers en burgers en burgers en administratie. 2 manieren om administratie te controleren 1. Gewone rechtbank of 2. Administratief rechtscollege. Maar dit werkte niet goed, over het algemeen durfden de rechtbanken niet voluit gaan. Er was schroom bij rechters om administratie te controleren, durfden dat niet altijd goed. Maar dan heeft men na de oorlog de Raad van state opgericht, ART 159 is niet geschrapt, daarmee dat belgie een dubbel systeem heeft. Bij raad van state kan je de nietigheid aanvallen. Iedereen kan dat doen, je moet er wel belang bij hebben; bv Belastingswet, we betalen allemaal belastingen. Dan kan je bij RVSTATE gaan om dat Kb nietig verklaren. Beroep tot nietigverklaring, maar 2 maanden tijd om beroep aan te tekenen. Na die 2 maand kan je enkel nog terugvallen op art 159
In 1991 heeft de wetgever beslist de verplichting om identiteistkaart te hebben wettelijk te verankeren. Zo beinvloed rechterlijke macht de wetgevende macht.