De opstap voor cultuurrelativisme: Herodotus’ constatering dat gewoonte de koning over allen is
Herodotus (485-430 v.o.j.).
De eerste Griekse geschiedschrijver. Hij constateerde; ‘Gewoonte is de koning over alles’ en gaf hiermee een opstap voor cultuurrelativisme. Er kan hiermee nog niet gesproken worden van cultuurrelativisme want wie zegt dat gewoonte van invloed is op moraal of gewoonte zelfs dominant over moraal, stelt zich op het psychologisch standpunt. Relativisme en ook cultuurrelativisme is echter een ethisch standpunt. Aan de feitelijke constatering van een veelheid van culturen, zeden en gewoonten en de invloed daarvan zal derhalve nog een morele ‘bovenbouw’ moeten worden toegevoegd.
De Sofisten
Een groep rondtrekkende wijsheidsleraren. Contrasteerden de wet (en conventie) met de natuur.
Hippias (een Sofist)
Heeft gezegd dat er ongeschreven wetten bestaan die hun oorsprong hebben in het denken van de goden en niet in dat van de mensen dus onveranderlijke en hun autoriteit strekt zich over iedereen uit. Geen conventionele wet, niet een wet die berust op menselijke afspraak of uitvaardiging, maar een wet van nature.
Thrasymachus (andere Sofist)
Verdedigt een conventionele theorie over rechtvaardigheid en neemt het op voor het recht van de sterkste. Rechtvaardigheid is niets anders dan het recht van de sterkste, waarbij de sterkste degene is die de macht heeft.
Callicles (derde, en godzijdank, laatste Sofist)
Gaat ervan uit dat mensen volgens de natuur niet aan elkaar gelijk zijn. Stelt dat conventionele moraal een uitvinding van de zwakkeren is om zich te beschermen tegen natuurlijke heerschappij van de sterkeren.