De sociale zekerheid
Heden ten dage is de RSZ een instrument geworden voor sociale identificatie, namelijk elke aangeslotene heeft een specifiek nummer en is opgenomen in de KRUISPUNTBANK. De sociale zekerheid wordt in hoofdzaak gefinancierd door de bijdragen van de werkgever en de werknemer op het brutoloon van de werknemer.
Voor elke sector in de sociale zekerheid wordt een bepaalde percentage op het loon afgehouden en door de patroon gestort aan RSZ.
De patronale bijdrage op het loon van de werknemer noemen we soms ook indirecte loon.
Kenmerken
In hoofdzaak verschaft het stelsel van de Belgische sociale zekerheid een vervangen inkomen indien men buiten zijn wil om niet meer kan werken. In wezen zijn het een reeks verzekeringen van sociale aard die een risico verzekeren ivm arbeid.
1) het stelsel steunt op solidariteit
2) Alle werknemers en werkgevers dragen bij
3) De sociale verzekeringen zijn verplicht
4) Één instelling, de RSZ, beheert het stelsel
5) De werknemer is begunstigde, alsook zijn rechthebbenden
6) De grootte van het loon speelt geen rol
Indeling
- ziekte, invaliditeit: RIZIV
- ouderdom, pensioen: RPW
- werkloosheid: RVA
- kinderen: RKW
- verlof: RJW
- ongevallen op het werk: FAO (Fonds arbeidsongevallen)
- ziekten opgedaan op werk:FBZ (Fonds beroepsziekten)
De bijdragen
De financiering van de sociale zekerheid komt dus hoofdzakelijk van de bijdragen van de werkgever en werknemer. In sommige sectoren is het enkel de patroon die bijdraagt. Naast de maandelijkse bijdragen is er ook nog een jaarlijkse bijdrage van de vakantie van arbeiders.
ð berekening: De patroon berekent zijn eigen bijdragen en deze van de werkgever en stort deze aan de RSZ. De lonen van de arbeiders moeten eerst vermeerderd worden met 8%. De bijdrage van de arbeiders 9,5% voor de jaarlijkse vakantie moet gestort worden voor 30 april van het jaar dat volgt op de loonmassa van het lopende jaar.