Faillissement en bedrijven in moeilijkheden
Het einde van een vennootschap kan vrijwillig (ontbinding) en in geval van insolvabiliteit zal zo snel mogelijk getracht worden om de discontinuïteit te vermijden en desnoods vereffenen, maar altijd is faillissement de laatste stap. De procedure:
1. Kamers van handelsonderzoek:
dit gebeurt constant door de RB van koophandel, die gegevens verzamelt van ondernemingen die in moeilijkheden kunnen komen en proberen op voorhand dan al een oplossing te zoeken
2. Procedure van gerechtelijke reorganisatie:
dit is wanneer de onderneming een aanvraag doet op een moratorium, waarbij hij 6 maanden langs beschermd is tegen zijn SE’s. In deze tijd in het cruciaal om de problemen op te lossen en de continuïteit van de onderneming weer te bevorderen. Indien nodig kunnen er minnelijke akkoorden worden afgesloten (kwijtschelding van 50% van de schulden, de andere 50% op termijn betalen), collectieve akkoorden (herstelplannen) of kan de onderneming aan de gemeenschap worden overgedragen
3. Maar wanneer het moratorium niet helpt moet het faillissement worden uitgesproken:
- de RB geeft het vonnis van faillietverklaring
- er wordt een collectief beslag gelegd ten voordele van gezamelijke schuldeisers dat dan wordt verdeeld volgens gelijkheid (maar onthou de SE’s die voorrang hebben, waardoor er vaak voor kleinere SE’s helemaal niks overblijft)
- er wordt een curator in gesteld met een team die de venootschap gaat beheren, de boedel zal vereffen en de opbrengsten samenstelt en verdeelt (wat super lang kan duren)
Gevolgen voor de SE’s houden in dat er pondspondsgewijze wordt verdeelt wat wilt zeggen dat er relatief wordt verdeelt volgens de schuld die hij nog open heeft staan