Het grondwettelijk (politiek) statuut van de koning
Gebaseerd op ART 88 koning is onschendbaar, ministers zijn verantwoordelijk. Dit is kernartikel van de grondwet die geleid heeft tot de uitholling van de bevoegdheden van de koning.
De beperkte monarchie: er is een monarch, maar heeft reele bevoegdheden die hij moet delen met het parlement.
Koning was vroeger vrij autonoom in het kiezen van zijn ministers. Samen met ministers vormde hij de uitvoerende macht. Koning is politiek onschendbaar, dus hij kan niet tot verantwoording geroepen worden. Hij is burgerrechterlijk en strafrechterlijk onschendbaar. Ministers kunnen voor daden van koning politiek ter verantwoording geroepen door parlement, en eventueel afgezet worden. Bv kersttoespraak van de koning, met allusie naar NVA en de jaren 30 Di Rupo is met de vinger gewezen.
ART 88 is de oorzaak waarom macht van de koning uitgehold is, en waarom we geevolueerd zijn van beperkte monarchie naar parlementaire democratie. Dit gebeurde zonder grondwetswijziging, dankzij ART 88.
De koning heeft wel nog aanzienelijke macht tijdens de regeringsformatie. Hij duidt formateur, informateur aan. Dus op dat moment oefent hij macht uit. (Sommigen willen dit laten doen door voorzitter van de kamer) Als dit gebeurt, is de koning nog louter een symbolische figuur. Dit zal echter nog wel een tijd duren, want dan zou men ART 106 moeten herzien, maar die artikelen zijn niet voor herziening vatbaar verklaard.