Individueel arbeidsrecht
De Arbeidsovereenkomst
Normaal gezien is er een evenwicht tussen werkgever en werknemer, waarbij de werkgever gezag uitoefent op de WN, de WN arbeid biedt aan de WG en de WG vervolgens loon biedt aan de WN. Dit gezag is een belangrijk criterium voor het onderscheid te maken tusse WN en zelfstandigen.
schijnzelfstandigheid
= personen die in theorie de statuut hebben van zelfstandige terwijl ze in de werkelijkheid arbeid verrichten onder een AO als werknemer. Dit wordt gedaan vanwege de voordelen die er zijn met het werken onder een AO. Een zelfstandige moet alles voor eigen risico nemen
criteria voor kwalificatie arbeidsrelatie
- wil van de partijen
- vrijheid van de organisatie van de werktijd
- vrijheid van de organisatie van het werk
- mogelijkheid om hiërarchische controle uit te oefenen
- weerlegbaar vermoeden in bepaalde sectoren waarbij criteria kunnen wijzen op het bestaan van een AO
- gebrek aan financieel/economisch risico
- gebrek aan verantwoordelijkheid en beslissingsmacht over aankoopbeleid en prijsbeleid
- geen resultaatsverbintenis
- garantie op betaling van vaste vergoeding, ongeacht het bedrijfsresultaat
- zich niet voordoen als onderneming
Soorten arbeidsovereenkomsten
Er wordt een onderscheid gemaakt naargelang de:
- aard
- precisering van de te verrichten werk
- duur waarvoor arbeidsovereenkomst werd aangegaan
Studenten hebben geen verschillend AO maar wel een aantal verschillende voorwaarden:
- minstens 15 + onderwijs volgen met een volledig leerplan
- aangezien er een vermoeden is van AO wordt de student beschermd als werknemer
- er mogen niet meer dan 50 dagen worden gewerkt