Menu

Verlicht cėsaropapisme

Twijfel ten aanzien van de mogelijkheid van een niet op religie gefundeerde moraal brengt sommige seculiere intellectuelen ertoe te bepleiten dat bestuurders en politici religie zouden kunnen gebruiken om sociaal gewenst gedrag te stimuleren. En dat zelfs wanneer die politici en bestuurders zelf niet geloven in enige religie. We noemen het cėsaropapisme omdat men probeert het politieke primaat over de religie te bevestigen, maar ook Verlicht omdat de bestuurder zelf niet gelooft in die religie. De politieke leider moet respect voor religie voorwenden en zo religie proberen dienstbaar te maken aan politieke doelstellingen. Te optimistisch is deze benadering omdat het veronderstelt dat men in een hedendaagse open samenleving burgers om de tuin kan leiden met instrumenteel gebruik van religie. Maar die analyse is ook pessimistisch voor zover men denkt dat autonome moraal tekort zou schieten als fundament voor een samenleving. Men kan ook niet zeggen dat de grote morele revoluties altijd godsdienstig geïnspireerd of gelegitimeerd waren. Een bekend voorbeeld is natuurlijk de afschaffing van slavernij. De man die bereid was een burgeroorlog te voeren om de slavernij afgeschaft te krijgen: Abraham Lincoln (1807 – 1865). ´Those close to him agreed that he had no religious beliefs in the conventional sense´. Schrijft Paul Johnson (1928 - ). Het is moeilijk om in heilige geschriften van duizenden jaren geleden teksten te vinden die de slavernij afwijzen. Het enige wat men kan doen is over die lastige teksten heen lezen en een aanknopingspunt zoeken bij algemene morele beginselen in andere teksten uit het heilige boek en vervolgens op basis van die algemene beginselen dan weer een veroordeling van de slavernij uitspreken.

Lees meer...

Argumenten tegen het multiculturalisme

Het eerste bezwaar van laicisten heeft betrekking op wat je zou kunnen noemen een principieel punt, namelijk het discriminerend karakter van de multiculturele staat. We hebben gezien dat de multiculturele staat meent dat men voldoet aan het vereiste van gelijke behandeling omdat men alle religies op gelijke voet behandelt. ´Ja´ antwoord de laicist dan, ´dat is omdat men alle religies op gelijke voet bevooroordeeld ten opzichte van niet – religieuze posities´. En daarmee, zo denkt de multiculturalist, is de gelijkheid gewaarborgd. De kritiek die laïcisten daarop hebben is dat de multiculturele positie niet discriminatoir is tussen de religies onderling, maar wel discriminatoir ten opzichte van de ongelovigen. In de multiculturele staat kiest de overheid voor het faciliteren (bevoordelen) van religie als zodanig ten opzichte van niet-religie. Nederland laat overigens geen zuivere verwerkelijking van het multiculturele model zien. In Nederland worden alleen sociale activiteiten financieel ondersteund die religieuze groeperingen verrichten op basis van hun godsdienst, zoals geestelijke verzorging in het leger en in gevangenissen. Een ander punt dat de toepassing van het multiculturalistische model verzacht is dat in Nederland naast het bijzonder onderwijs ook het openbaar onderwijs uit publieke middelen bekostigd wordt. Waarom zou de overheid kunstmatig, door middel van subsidies, religieuze levensbeschouwingen op de been houden? Waarom doen gelovigen dat zelf niet? De overheid gaat toch ook niet astrologie subsidiëren, waarom dan wel religie? Zoals de theocraat denkt dat zijn eigen religie nodig is voor het voortbestaan van het staatsverband, zo denkt de multiculturalist dat religie daarvoor nodig is. Die elementaire misvatting is dat je voor het hooghouden van de moraal (en dus ook de politieke moraal) een religie nodig hebt. Niet alleen gelovigen denken dat. Ook vele ongelovigen.

Lees meer...

De botsing der perspectieven: laïcitė en multiculturalisme

Het eerste model, politiek atheïsme, vindt dus geen aanhang meer. Het vierde model, de staatskerk, is ongeschikt voor een multireligieuze samenleving. Het vijfde model, de theocratie, vindt een zekere aanhang, maar het is zaak dit zoveel als mogelijk is buiten de deur te houden. De strijd voor de komende jaren zal betrekking hebben op die tussen de voorstanders van de religieuze neutrale staat (de laïcité) en de voorstanders van de multiculturele staat. Als je die zou willen koppelen op twee landen dan zou men Frankrijk met zijn laicistische traditie als het voorbeeld van de religieus neutrale staat kunnen opvoeren en Groot Brittannië als een land dat, komend uit een traditie van een staatskerk, zich ontwikkelt in de richting van een multiculturele staat. Nederland houdt enigszins het midden tussen deze twee modellen.

Als je naar de dynamiek van de discussie kijkt zou je kunnen zeggen dat de multiculturele staat in de verdediging is en de laicisten in de aanval zijn. In de traditionele instituties zijn multiculturalisten goed vertegenwoordigd. Onder wetenschappers en intellectuelen zijn multiculturalistische auteurs nog steeds erg populair en laicisten schaars. Niettemin is de situatie niet hopeloos voor de voorstanders van het Franse model want de wereld is enorm in beweging op dit moment.

Lees meer...

Religie als bron van sociale cohesie

Omdat het idee van ėėn religie en ėėn staatskerk geen realistisch perspectief is vormen ook die pleidooien voor wat men noemt religie als bron van sociale cohesie een misleidende belofte. Bewindslieden, ook seculiere bewindslieden, die een dergelijk perspectief in het vooruitzicht stellen kunnen dat ook niet waarmaken, omdat zij niet die ene religie kunnen leveren die de sociale cohesie tussen alle leden van de samenleving zou moeten stimuleren. Men specificeert namelijk niet wat men verstaat onder de religie en zo denkt dan iedere luisteraar in eerste instantie aan zijn eigen religie. Iedereen denkt het volgende: ‘’mijn religie draagt bij aan sociale cohesie en als nu maar iedereen mijn religie zou overnemen, zou de maatschappelijke sociale cohesie perfect gewaarborgd zijn.’’ En het paradoxale is: dat is ook zo! Bvb: Als iedereen moslim zou worden dan hadden we met de Islam een ideale bron van sociale cohesie. Dus in een zekere zin hebben Ayatollah Khomeini of de Paus gelijk of elke andere geestelijke leider die dit onder de aandacht zou brengen. Dit is echter een onwaarschijnlijk toekomst scenario en constitutionele theoretici zouden dan ook rekening moeten houden met de realistische veronderstelling dat pluralisme een blijvende zaak is. Geen eenheidsreligie dus. We hebben wel verschillende religies die verschillende groepen mensen binnen de eigen groep met elkaar verbinden. Maar die groepsidentiteiten ondermijnen nu juist de sociale cohesie van het geheel. Voor de nationale maatschappelijke cohesie zou het dus goed zijn dat elke groep zich terugtrekt op het eigen religieuze terrein en daar middels de eigen religie de cohesie in de eigen groep gaat bevorderen. Dat lijkt een moeilijk te leveren argumentatie.

Lees meer...

Het model van de staatskerk

Het vierde model, de staatskerk, zal, zo valt te verwachten, geen stand kunnen houden in de periode tussen nu en 2059. Het vierde model is een overblijfsel uit een tijd dat de bevolking homogeen was samengesteld. Het heeft wel grote historische betekenis, ook voor de Nederlandse geschiedenis. In de Unie van Utrecht van 1579 werd een zekere mate van godsdienstvrijheid gerealiseerd. Deze vrijheid hield in dat men in de privé – sfeer de keuze had om de eigen godsdienst te belijden, maar dat de Gereformeerde Kerk een geprivilegieerde positie genoot en de enige openbaar toegestane kerk was. Het gaat uit van cuius regio, eius religio, waarbij de ´regio´ zich dan kenmerkt door ėėn dominante religio. Die religio kan dan in de staatskerk functioneren als een bezielend verband en derhalve de sociale cohesie in de samenleving bevorderen. Vanuit de situatie waarin we verkeren in 2009, is dat een bij uitstek nostalgisch perspectief.

Het is iets voor de Duitse dichter Novalis (1772 – 1801) die met zijn Die Christenheid oder Europa (1799-) een nostalgische hang verwoordt naar de tijd dat Europa nog verenigd was onder ėėn geloof: het christendom. Dat is niet meer van deze tijd, maar we kunnen niet ontkennen dat deze joods – christelijke cultuur onze identiteit heeft gestempeld. Joseph Weiler houdt een pleidooi in zijn essay, Een Christelijk Europa, waarin hij verwijst naar het christendom in de preambule voor de Europese constitutie.

Het christendom heeft een grote invloed gehad op de Europese cultuur. De vraag is alleen of het voor de toekomst verstandig en opportuun is dit aan te prijzen als het beste perspectief om de integratie en het vreedzaam samenleven van mensen van een verschillende herkomst en religieuze oriëntatie te bewerkstelligen. We moeten het post – 1989 perspectief omarmen. Dat houdt in dat we leven in een wereld van diepgaand verschillende religieuze levensbeschouwingen, een wereld ook waarin godsdiensten (of bepaalde stromingen binnen de godsdiensten) met theocratische ambities zich manifesteren. Het is daarvoor dat we een verstandig constitutioneel arrangement moeten presenteren. Daarbij zouden alle opties open moeten liggen en zouden we ons niet bij voorbaat moeten opwerpen als pleitbezorgers van onze eigen geestelijke tradities.

Lees meer...

Waarom de theocratische staat voor ons van belang is

Waarom kunnen we niet, zoals Fukuyama deed in 1989, stellen dat het niet onze zaak is wat een enkele ‘crackpot messiah’ denkt?

Omdat radicale groeperingen in reëel bestaande staten als Saoedi – Arabie, Afghanistan en Soedan het model van de theocratie als een voorbeeld zien. Ook in andere Landen kan men zien dat een theocratie een minder slecht imago heeft dan twintig jaar geleden het geval was zoals bvb in Egypte en Turkije. Albanie of de Sovjet – Unie zijn geen modelstaten voor nieuwe politieke bewegingen maar Iran is dat wel. De geschriften van Stalin en Lenin hebben een historische betekenis gekregen terwijl dat niet geld voor Ayatollah Khomeini en andere ideologen van het islamisme zoals Sayyid Qutb (1906 – 1966), Hassan al Banna (1906 – 1949), Ibn Taymiyya (1263 – 1328) etc.

Nu moet wel worden gezegd dat de theocratische revolutie in die zin geen succes is gebleken en dat weinig landen in het Midden – Oosten een revolutie hebben meegemaakt. Een van de belangrijkste schrijvers over de politieke Islam, Gilles Kepel (1955 - ) schreef in 2000:les mouvements islamistes sont entres, comme nous le verrons, dans une phase de declin qui s´accelere depuis le milieu des annees 1990. Een jaar daarna vond 11 september plaatsen in de Engelse vertaling van zijn boek uit 2002 heeft Kepel de term decline (neergang) ook laten vallen.

De belangrijkste markeerpunten van de politieke Islam:

2001 – is een soort kroonjaar geworden in de symboliek rond het terrorisme

1989 – is belangrijker. Val van de Berlijnse muur waarmee als het ware op symbolische wijze de macht van het marxisme – leninisme verdampt. Ayatollah Khomeini spreekt in 1989 het doodsvonnis uit over een niet in Iran levende schrijver die volgens Khomeini de profeet beledigde.

De fatwa over Rushdie, de cartooncrisis van begin 2006, de moord op Theo van Gogh in 2004 en andere incidenten zijn voorbeelden van het feit dat regeringen van verschillende landen zich zullen moeten gaan bezinnen hoe om te gaan met de eisen van radicalen die geweld niet schuwen om hun doelstellingen te verwerkelijken. De overwegingen van Mohammed B. om Theo van Gogh the vermoorden lijken heel sterk op die van Khomeini om de fatwa over de Rushdie uit te spreken. Op de terechtzitting in hoger beroep verklaarde Mohammed B. over de motieven van zijn daad het volgende: Het motief van de moord op Van Gogh was gelegen in het feit dat hij de profeet beledigd. Ook toenmalig VVD – Kamerlid Ayaan Hirsi Ali bevond zich in de ´arena´ en marcheerde ´in de ranken van de soldaten van het kwaad´ zei Mohammed B. letterlijk. Kennelijk construeert Mohammed B. een onverzoenbare tegenstelling tussen een democratie zoals in Nederland en een theocratie. Hier staat de Sharia centraal niet het door het volk zelf gemaakte recht. Nu zouden de opkomst van de theocratie en de groei van het radicalisme in westerse landen nog niet zo`n probleem zijn als westerse regeringen en de burgerij een aanzienlijke weerbaarheid zouden hebben ontwikkeld tegenover hun radicaliserende jeugd. Uit vrees voor de stigmatisering van etnische en religieuze minderheden lukt het intellectuelen als Ian Buruma (1951 -), Timothy garton Ash (1955 -) en anderen niet om een adequate kritiek te ontwikkelen op dat islamisme. Veel verstandiger dan de houding van Buruma en Garton Ash lijkt het de rapporten van de AIVD en andere veiligheidsdiensten serieus te nemen en het werk van kritische auteurs als Michael Gove (1967-), Melanie Phillips (1951-), Bassam Tibi (1944-).

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen