Menu

Collectief arbeidsrecht

Collectief overleg en sociale partners

= totstandkoming van sociaalrechtelijke regels. Dit wordt gedaan door de sociale partners, waarbij onderhandelingen tussen werkgevers en werknemers worden vastgelegd in contracten en collectieve arbeidsovereenkomsten

wie?

1. Vakbonden=werknemersorganisaties

ABVV: Algemeen Belgisch Vakverbond

ACV: Algemeen Christelijk Vakverbond

ACLVB: Algemeen Christelijk-Liberaal Vakverbond België

- vakbonden zijn feitelijke verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid. Doordat ze geen rechtspersoonlijkheid hebben is er ook geen verplichting tot publicatie van de jaarrekening wat lichtjes nadelig kan zijn omdat je op die manier niet naar het kapitaal kan kijken. De vakbonden betalen uitkeringen als er wordt gestaakt en kapitaal draagt natuurlijk rechtstreeks bij tot de hoogte van deze vergoeding.

2. Werkgeversorganisaties

Unizo: Unie Zelfstandige Ondernemers

VBO: Vlaamse Bond van Ondernemers

VOKA: Vlaamse Kamer van Koophandel + Vlaamse Economisch Verbond

internationaal niveau

De VN heeft een organisatie, namelijk de IAO: Internationale Arbeidsorganisatie.

Ook op EU vlak worden enkele zaken vastgelegd dmv:

  • Europese normen inzake sociaal recht
  • Europese sociale partners
  • Europese cao

Sociaal overleg: nationaal

interprofessioneel niveau

1. Een groep van 10 stelt het IPA op: interprofessioneel akkoord. Tweejaarlijks worden deze overleggen gehouden tussen de staat en sociale gesprekspartners. Inhoud: arbeids- en loonvoorwaarden

2. De Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en Sociaal-Economische Raad voor Vlaanderen geeft hierbij advies betreffende de aangelegenheden met sociaal-economische dimensies

3. NAR: Nationale Arbeids Overeenkomst

Deze wordt opgesteld door publiekrechtelijke instellingen. Het is een paritair orgaan waarbij het aantal vertegenwoordigers van de WN’s gelijk is aan die van de WG’s. Dit orgaan geeft advies en doet voorstellen aan de regering betreffende vraagstukken met sociale implicaties, die alle werknemers aangaan.

professioneel: sectoraal niveau

1. Bedrijfstakken: ondernemingen met gelijkaardige activiteiten worden gegroepeerd en hebben een aangepaste regelgeving

2. Paritaire comités: zijn representatief voor de sectors. Vertegenwoordigers vd WG’s en WN’s ontmoeten elkaar om gemeenschappelijke problemen te bespreken, waarbij ook weer cao’s worden afgesloten en het doel is om sociale conflicten te voorkomen en onderhandelen

professioneel: ondernemingsniveau

1. Ondernemingsraad: is een paritair orgaan dat maandelijks samenkomt om te overleggen en samen te werken inzake arbeidszaken. Een OR is verplicht bij een onderneming die meer dan 50 werknemers telt. Ze geeft advies over beroepsopleiding, personeelsaangelegenheden en organisatie van het werk. Ze maken eveneens beslissingen over jaarlijks verlof.

2. Comité voor Preventie en Bescherming op het werk: geeft advies inzake veiligheid en gezondheid van mensen op de werkvloer.

Beide leden van (1) en (2) hebben bijzondere ontslagbescherming, waarbij een ontslagverbod geldt, tenzij er dringende redenen zijn.

3. Vakbondsafvaardiging: dit orgaan vertegenwoordigt de belangen van de WN’s bij de WG. Ze worden verkozen voor 4 jaar. Zij hebben eveneens een bijzondere ontslagbescherming

CAO

= akkoord tussen 1 of meer werknemersogranisaties met 1 of meer werkgevers(organisaties)

Het is een regelment waarbij de rechten en plichten van de contracterende partijen in worden opgenoemd. Is het echter een contract of een reglement? Het is eerder een reglement omdat het ook kan gelden voor derden (waardoor het geen overeenkomst is)

1. Normatief deel:

De bepalingen gelden binnen het bedrijfsmilieu als normen voor de WG en voor de WN. De cao heeft een bijzonder sterke bindende kracht (ontstaan, bestaan, duur ve AO, vakantie, arbeidsduur, veiligheidsnormen)

2. Obligatoir deel:

De bepalingen die de onderlinge rechten en plichten van de contracterende partijen (geldigheidsduur van de cao, sociale vredeplicht, sancties, ..)

soorten

1. OndernemingsCAO: gesloten tussen 1 of meer representatieve WN organisaties met 1 of meer WG

2. Sectorale CAO: gesloten in een paritair comité. Moet worden bekend gemaakt in het BS en is bindend 15 dagen na de publicatie voor alle WG’s onder die PC

3. Intersectorale, nationale CAO: gesloten in de nationale arbeidsraad. Deze bindt verschillende bedrijfstakken in heel België. Bekend making idem aan sectorale cao

Binding: wie is er gebonden door een cao?

  • organisaties die de cao hebben gesloten
  • WG’s die lid zijn van deze organisaties
  • organisaties en WG die toetreden tot de cao
  • WG’s die lid worden van een organisatie die gebonden is door de cao
  • alle WN’s van een WG die gebonden is door de cao (een derde partij dus)
  • doordat de koning de normatieve bepalingen van een cao door middel van een KB van toepassing verklaart, is het algemeen bindend voor alle WN’s en WG’s van het PC waarbinnen de cao werd gesloten
  • de obligatoire bepalingen zijn alleen bindend voor de cao-partijen

conflicten

tussen WN en WN

Als WN’s besluiten om te staken kan het dat er ook steeds een groep WN’s zijn die echter wel willen werken. Wanneer de stakende de toegang echter belemmeren tot de werkvloer kunnen zij niet anders dan niet werken. De WG mag steeds reageren door een lock-out, waarbij hij de WN’s de toegang verbied

staken

Staker: geen arbeid=geen loon. Wanneer de staking is erkend door de vakbond wordt hij vergoed door de stakingskas van de vakbond. Indien de staking niet is goedgekeurd noemt men dit een wilde staking en wordt deze niet vergoed.

Werkwillige WN: doordat de WG de werkwillige WN niet tewerk kan stellen is er een tijdelijke schorsing van de arbeidsovereenkomst. Als de werkwillige kan bewijzen dat de belemmering om te wreken buiten zijn wil om was heeft hij recht op het gewaarborgd loon.

langdurige staking

Bij een langdurige staking zal een sociaalbemiddelaar ertussen komen. Hier wordt dan bestudeerd of het staken rechtmatig is. Iedereen heeft recht op staken, maar er moet wel een evenwicht zijn. Als het echt onmogelijk kan de WG naar de rechter gaan en kan er een bevel tot uitdrijving worden gevoerd.

Lees meer...

Sociaal recht: inleiding

Sociaal recht is een hele gemende rechtstak. Het is zowel privaatrechtelijk (overeenkomsten tussen WG en WN) als publiekrechtelijk (verhoudingen overheid/uiterkeringsgerechtigde).

Onder het arbeidsrecht kan dan nog een onderscheid worden gemaakt tussen collectief arbeidsrecht en individueel arbeidsrecht

Lees meer...

vervolgingsrecht OM

  • wanneer het OM kennis krijgt van een misdrijf heeft hij volheid van vervolgingsrecht
  • Ook het legaliteitsbeginsel geldt: er is opsporingsplicht en opsporingsrecht, al is er geen klacht of aangifte
  • seponeren: zaak zonder gevolg klasseren, onderscheid:
    • beleidssepot (opportuniteitsbeginsel): de strafvervolging heeft geen bijdrage meer tot het algemeen belang
    • technisch sepot: bv: de zaak is verjaard, de verdachte is gestorven
  • vervallen van de strafvordering kan wanneer:
    • verdachte is gestorven
    • minnelijke schikking (geldsom)
    • administratieve geldboete: het grootste voordeel hierbij is dat er niks in het strafblad terecht komt

opsporingsonderzoek: hoe wordt een misdrijf opgespoord?

a. via traditionele politiediensten: ze proberen misdrijven te voorkomen, de openbare rust en veiligheid te bewaren (preventief optreden)

b. gerechtelijke politie: opsporen en vaststellen van misdrijven. Zij treden repressief op, wat wilt zeggen dat zij niet degene zijn die parkeerboetes uitgeven maar dus verschillende functies hebben:

  • staan onder functioneel gezag van Procureur des Konings
  • alle noodzakelijke handelingen worden verplicht uitgevoerd te worden voor het onderzoek
  • de officieren hebben grotere autonome opsporings- en vaststellingsbevoegdheid, maar staan zeer streng onder toezicht van de Procureur des Konings

c. Proces- verbaal

De gerechtelijke politie heeft hierbij een informatieplicht. De officiële akte die bevoegde overheden de toestemming strekt tot het bewijs van een misdrijf te zoeken zorgt ervoor dat er uitzonderingen zijn in verband met vaststelling van bepaalde feiten, verklaringen van personen+ eventuele gedane opsporingen.

d. Verdachten en getuigen

Mogen worden verhoord om inlichting over de betrokken feiten in te winnen. Er is wel een wetgeving die een minimale waarborg biedt, namelijk de Salduz-wetgeving: elk een die als verdachte verhoord wordt met de kans om vervolgd te worden heeft het recht op bijstand van een advocaat

e. Huiszoeking

  • bevel van onderzoeksrechter vereist
  • mag alleen tussen 5u en 21u
  • kan op verzoek van een bewoner, vanwege hulpgeroep, noodtoestand, heterdaad
  • moet schriftelijke en voorafgaande toesemming worden gegeven door de bewoner
  • wanneer er een onwettige huiszoeking is, is dit een onrechtmatig verkregen bewijs en wordt de zaak gesponeerd
  • doorzoeken van een voertuig mag alleen wanneer er sterke aanwijzingen zijn tot betrekking tot een misdaad (bv: je ziet iemand een laptop stelen uit een andere auto en die in zijn auto steken. Je mag dan vragen om zijn auto te doorzoeken)

f. Fouilleren

Idem als doorzoeken van een voertuig

g. Bijzondere inbreken op privacy

  • provocatie is verboden: de verdachte zelf laten toehappen in het geval dat hij zonder deze provocatie de daad niet had gepleegd

h. Betrapping op heterdaad

=ontdekken van het misdrijf terwijl het gepleegd wordt

Er mogen bijzondere bevoegdheden worden uitgeoefend onder leiding van de Procureur des Konings opdat er geen bewijs verloren zou gaan (bv: als je iemand betrapt en hij heeft zijn ID niet bij mag je hem verzoeken naar zijn huis te gaan en ID te halen. Dit geldt dan nogsteeds als heterdaad)

na het opsporingsonderzoek

  • seponeren
  • bemiddeling in strafzaken (overeenkomsten proberen te vinden betreffende de schade en herstel, wanneer dit voor zowel slachtoffer en verdacht als aanvaardbaar wordt geacht  geen tussenkomst rechter)
  • minnelijke schikking (strafvervolging vervalt door geldsom te betalen)
  • strafrechtelijke vervolging
    • rechtstreeks voor vonnisgerecht
    • gerechtelijk onderzoek

3. Het gerechtelijk onderzoek (vonnisfase)

De onderzoeksrechter gaat hierbij alles ondezoeken. De handelingen om daders op te sporen en bewijzen te verzamelen zijn reeds gepaseerd. De onderzoeksrechter is onafhankelikj en onpartijdig.

vordering G.O

aanvraag door OM en/of door de burgerlijke partijstelling van iemand die beweert benadeeld te zijn door de misdaad/wanbedrijf (met als doel om schade te herstellen)

de onderzoeksrechter

1. Heeft principiële onderzoeksverplichting

2. Heeft de volledige leiding over het onderzoek, kan beroep doen op politiediensten

kenmerken

  • schriftelijk
  • geheim (inzage in het dossier is niet altijd mogelijk)
  • niet-contradictoir

onderzoeksmethode

  • ondervragen
  • verhoren van verdacht of getuige
    • verdachte heeft steeds zwijgrecht
  • huiszoeking en inbeslagname, met de zelfde voorwaarde als bij de onderzoeksfase
  • inkijkoperatie
  • controleren telecommunicatie
  • plaatsbezoek (reconstructie)
  • deskundigen aanstellen (bevel tot DNA onderzoek)

voorlopige hechtenis

volgens de rechten van de mens heeft een ieder recht op persoonlijke vrijheid. Toch is er de mogelijkheid tot vrijheidsberoving. Hier zijn hele strenge regels omtrent want: iedereen is onschuldig, tenzij schuldig verklaard door een definitieve rechterlijke uitspraak. De enige reden dat een onschuldig iemand van zijn vrijheid dus mag worden beroofd is indien het OM er maatschappelijke noodzaak in ziet. Voorlopige hechtnis gebeurt in 3 fasen:

1. Aanhouding en arrestatie:

  • door politie of parket
  • ≠ voorlopige hechtenis
  • arrestatie is 24u, aanhouding is langer dan 24u
  • gearresteerde heeft recht op bijstand door een advocaat

2. Bevel tot medebrenging

  • door onderzoeksrechter
  • maximum 24u
  • de verdachte wordt ergens naar meegebracht om te kunnen ondervragen

3. Bevel tot aanhouding

  • is een rechterlijk bevel door de onderzoeksrechter
  • er is nogsteeds een vermoeden van onschuld

vereisten van voorlopige hechtenis

  • moet een misdrijf zijn dat door met de correctionele gevangenisstraf 1 jaar bestraft zou worden
  • moeten ernstige aanwijzingen zijn van schuld
  • de hechtenis moet een volstrekte noodzakelijkheid zijn voor openbare veiligheid
  • er is een restrictieve interpretatie : als de maximumstraf <15jaar moeten er ernstige aanwijzingen zijn dat de betrokkene de misdrijven opnieuw zou plegen
  • deze voorwaarden gelden allemaal niet bij misdrijven waarvoor de maximumstraf >15jaar

Er wordt is steeds 5 dagen vrijheidsberoving. Na deze 5 dagen beslist de Raadkamer of er langere aanhouding noodzakelijk is. Hierbij moet verplicht ook een advocaat aanwezig zijn.

algemeen

De duur moet steeds van redelijke termijn zijn, maar er zijn gevallen waarin het heel erg lang duurt (vooral in Amerika). Bij onrechtmatige vrijheidsberoving kan de betrokkene om een schadevergoeding vragen.

Voorlopige hechtenis is altijd de ultimum remedium. Het is de laatst gewenste stap (hiervoor: contactverbod, plaatsverbod, aanmeldingsplicht, …)

4. Na het gerechtelijk onderzoek

De Raadkamer treedt hierbij op vooralleer iemand naar de correctionele RB wordt gestuurd. Deze treedt op als onafhankelijke, onpartijdige rechtsinstantie die gaat oordelen of de betrokkene wel echt een voldoende zware straf heeft gepleegd om naar de RB te gaan. Dit wordt gedaan omdat de correctionele RB een hele sterke connotatie heeft, en veel zou kunnen uitmaken voor de toekomst van de betrokkene.

Mogelijkheden:

  • internering: de Raadkamer beslist over uitzonderlijk (on)schuld, en de verdachte wordt niet toerekeningsvatbaar verklaard
  • buitenvervolgingstelling: er wordt besloten om niet te vervolgen, maar heropening van het dossier blijft altijd mogelijk bij nieuwe elementen
  • verwijzing naar het vonnisgerecht: correctionele RB, politieRB of Hof van Assisen

Lees meer...

Strafprocesrecht

1. Strafprocedure en openbaar ministerie

wat

Bij overtreden van de strafwet of een inbreuk van maatschappelijke orde wordt er een strafvordering ingediend.

wie

De OM mogen deze indienen omdat de samenleving vertegenwoordigen.

taak

toepassing van de strafwet vorderen: samenstelling strafdossier, waken dat strafrechtsplegingen goed worden uitgevoerd, waken dat door de rechter uitgesproken straffen worden uitgevoer

Strafproces houdt altijd 2 fasen in: onderzoeksfase en vonnisfase

2. Opsporingsonderzoek (fase1: onderzoek)

aanvang: hoe krijgt OM kennis van een misdrijf?

a. klacht: een persoon die beweert benadeeld te zijn door een misdrijf doet aangifte, wat niet duidt op automatische vervolging

b. aangifte: wanneer de overheid, openbaar officier of ambtenaar in uitoefening van zijn ambt kennis krijgt van een misdrijf is hij verplicht om deze te melden aan de Procureur des Konings

c. vaststelling door politiediensten

Lees meer...

Wat is een misdrijf?

  • materieel element: er moet veruiterlijking zijn van gedragingen die op de door de wet omschreven wijze hebben plaatsgevonden
  • moreel element: als je enkel de wil had om het te doen geldt het niet
  • nullum crimen sine culpa: zonder feiten geen straf ongeacht:
    • onachtzaamheid: of je het nu wou doen of niet, je hebt het wel gedaan (bv: 100km rijden waar je 50 mag)
    • opzet
    • schuld door wetsinbreuk
  • wederrechtelijke karakter

- Een misdrijf kan enkel uigevoerd worden als het effectief is uitgevoerd, door de wet omschreven is en een straf kent, wat belangrijk is voor de bescherming door algemene principes van het strafrecht.

- Een moeilijkheid wordt ook ondervonden met minderjarigen. Vanaf welk moment is iemand nu schuldig? Minderjarigen worden nogsteeds deels aan het strafrecht onttrokken en kunnen niet voor de strafRB komen maar komen bij de jeugdRB terecht. In uitzonderlijke gevallen kunnen 16-18 jarigen uithanden worden gegeven en toch wel bij de strafRB vervoordeeld worden.

- Indeling van misdrijven:

a. volgens aard

  • overtredingen: vrijheidsstraffen van 1-7dagen met een geldboete van 1-25euro en werkstraffen van 20-45uur
  • wanbedrijven: vrijheidsstraffen van < 5 jaar, geldboete van meer dan 26 euro en werkstraffen van 46 tot 300 uur
  • misdaad: vrijheidsstraffen van ≥5 jaar en met een geldboete van meer dan 26euro

Bij deze 3 zijn er verschillende regels van toepassing (opzet, deelneming, poging, verzachtende omstandigheden, duur van verjaring)

b. volgens moreel element

  • opzettelijke misdrijven
  • onopzettelijke misdrijven

Opzet is een onderscheidend criterium en wanneer er bewijs kan worden aangetoond van onopzettelijkheid kan er een strafvermindering in treding werken bv.

c. volgens uitvoeringswijze

  • handeling: je had iets moeten doen
  • verzuim: je had iets juist niet moeten doen bv: je zoon rijdt een fietser aan en rijdt uit schrik weg. Hij zegt het tegen zijn ouders, en zijn ouders wachten 30minuten met de politie te bellen. De fietser is overleden maar uit onderzoek blijkt dat als de ambulance er eerder bij was geweest hij het nog had overleefd: schuldverzuim
  • aflopende misdrijven
  • voortdurende misdrijven bv: witwassen. Dit stopt nooit, en dus kan het ni verjaren. Dit in tegenstelling tot aflopende misdrijven die op 1 moment plaats vinden en dus kunnen verjaren

Rechtsvaardigingsgronden

Wettige verdediging en noodtoestand:

Dit is geldig voor bescherming van personen en niet van goederen. De gedragingen worden niet opgeheven, enkel de schuld kan worden opgeheven. Er kan besloten worden over te gaan tot:

  • verschoning: straf wordt verminderd of uitgesloten
  • verzachtende omstandigheden: soevereine beslissing door rechter

Een noodtoestand is wanneer er een overtreden wordt gepleegd vanwege een hoger doel (bv: ambulance dat door rood rijdt).

Heel belangrijk is ook dat de afweringsdaad ongeblikkelijk noodzakelijk zijn: als je niks had gedaan was het fout gegaan. Als je wordt beroofd, de dader loopt weg, jij loopt achter hem aan en schiet hem neer is het geen wettige verdediging, omdat je op dat ogenblik de politie al had kunnen bellen.

Strafbare poging en deelneming

Poging:

bv: je begint te denken hoe je examen vragen kan krijgen en je begint het te proberen te kraken. Ben je strafbaar?

  • het louter voornemen is niet strafbaar als voorbereiding
  • pas van het begin van de uitvoering is een zaak strafbaar. Hier in België betekent dat dat er tenminste een materële gedraging moet zijn.
  • dit is heel moeilijk te beoordelen omdat wat telt? de daad of het inzicht??

Deelneming:

bv: je plant met een groep een overval. Jij bent de chauffeur, een ander heeft materiaal gekocht en de 3e breekt in. Ben jij ook vervolgbaar wegens diefstal?

  • belangrijk is het verschil tussen mededader en medeplichtige:
    • mededader: je doet echt mee
    • medeplichtig: je helpt
  • je wordt steeds voor dezelfde straf vervolg maar het verschil medeplichtig/-dader zal wel uitmaken of je een lichtere straf kan krijgen

bv: je spreekt af met 5 om een bankoverval te plegen maar je spreekt af om geen geweld erbij te gebruiken. Als 1 toch de bankbediende doodschit wordt ook iedereen vervolgd voor doodslag.

Lees meer...

Materieel strafrecht

Het legaliteitsbeginsel: nulla poena sine lege

Het strafrecht is een absoluut recht waardoor:

1. Zeer strikte interpretatie van de strafwet moet worden aangenomen:

  • de rechter heeft heel weinig vrijheid
    • bv: dine and dash is geen diefstal en kon dus niet worden vervolgd tot het uitdrukkelijk in de wet kwam
    • bv: een valse nummerplaat is geen valsheid in geschriften
    • diefstal van elektriciteit is geen diefstal omdat er geen goed wordt weggenomen
    • verkrachting was vroeger een begrip dat geen betrekking had tot verkrachting tussen echtgenoten of mensen van hetzelfde geslacht
  • autonome betekenis
  • de bedoeling van de wetgever moet gerespecteerd worden
  • handelen naar analogie is niet mogelijk

2. Niet-retroactieve werking

  • moet nagegaan worden of de gedraging strafbaar was op het ogenblik van de gepleegde feiten
  • het strafrecht geraakt nooit in onbruik

3. Ne bis in idem

  • je kan nooit 2 keer veroordeeld worden voor dezelfde feiten, er wordt telkens 1 straf “gekozen”
  • dit is voornamelijk een nationaal principe

Toepassing van de strafwet

1. Territorialiteitsbeginsel: elke misdaad in België wordt in België vervolgd. Dit geldt:

  • ongeacht de nationaliteit van de dader of het slachtoffer
  • ongeacht of de feiten in het buitenland strafbaar zijn of niet
  • buitenlandse ambassades: zijn een uitzondering. Als er een misdaad gebeurt in de Belgische ambassade is dit opzich in België bestrafbaar, maar er geldt diplomatieke onschendbaarheid, dus veel is er niet aan
  • territoriale zee: de zee geldt tot 12 km van de kust. Maar aan boord van een schip geldt de vlag waarmee dat schip vaart dus als er ites gebeurt aan boord van een Russisch schip 6km van de Belgische kust valt het onder het Russische strafrecht
  • luchtruim: het vliegtuig zelf is territoir

2. Plaats van het misdrijf

Het is niet altijd makelijk te bepalen waar een misdrijf precies plaats heeft gevonden:

bv: een man staat met een revolver op Nederlands grondgebied, schiet zijn vrouw neer op Belgisch grondgebied en zij overlijdt in een Duits ziekenhuis (dit is echt mogelijk op het 3 landen punt)

  • in België geldt dan de ubiquiteitsleer: het misdrijf situeert zich op alle plaatsen waar zich een gedraging voordoet die een constitutief element van het misdrijf uitmaakt
  • leer van de ondeelbaarheid: de Belgische rechter mag kennis nemen van alle elementen die van het misdrijf een ondeelbaar geheel hebben gevormd (zonder deze gebeurtenis had het misdrijf niet plaatsgevonden)
  • non bis in idem niet te vergeten

Internationaal gezien zijn er echter nog geen of weinig regels hier over. Er is daarom nood aan internationale coördinatie wat er wel enigszins al is gekomen. Dit zorgt soms voor nog meer conflicten. Er zijn 4 gronden waarop België mag optreden bij een straffelijke feit in het buitenland:

  • bescherming nationale veiligheid (terroristen die een aanslag willen plegen op België)
  • nationaliteit van de dader
  • nationaliteit van het slachtoffer (bediscuteerbaar, maar het meest bekende voorbeeld is Eichmann die in Israël werd veroordeelt voor de Holocaust)
  • internationaal strafwaardig karakter van het feit. Hieruit is de genocidewet gevolgd. Dit was een moeilijke wet vroeger omdat elke staatshoofd aansprakelijk zou kunnen worden gesteld voor volkerenmoorden. Er zijn daarom 2 beperkingen gekomen:
    • burgers mogen geen verzoeken meer indienen
    • een Belg moet een slachtoffer zijn geweest

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen