Item gefilterd op datum: december 2012

inhiberen motor-neuronen in de ruggengraat.

start REM door acetylcholine en breekt dat af met serotonine

produceert histamine dat arrousal opwekt

exciteert de cortex door acetylcholine en inhibeert de cortex dmv GABA.

het brein bij belangrijke gebeurtenissen door een stoot norepinefrine.

ontvangt input van alle zintuigen. Produceert tevens een eigen ritme. Prikkelt de basal forebrain en de thalamus met glutamate en acetylcholine.

is een wakkere staat waarbij men nog niet slaapt. Wordt gekenmerkt door alpha waves (8/12 snelle spikes per seconde). Slaap bestaat uit fases die elkaar opvolgen waarbij de activiteit van het lichaam steeds verder afneemt. Na fase 4 (na 60-90 minuten) gaat men terug naar 3, 2 en vervolgens de REM-sleep. Vervolgens herhaalt de cyclus zich iedere 90 minuten. Gedurende de morgen is de REM-slaap het langste.

Dromen kunnen gedurende alle stages voorkomen, maar zijn het sterkste gedurende de REM-slaap. Gedurende REM zijn de gedachtenpatronen anders. Ideeen primen elkaar sneller gedurende REM dan gedurende non-REM.

Stage 1 bestaat uit ongelijke, felle, lage-voltage golven

Stage 2 kent het voorkomen van Sleep Spindles en K-Complex’s. Sleep Spindles (soms opgewekt door stimuli uit de omgeving) zijn kleine snelle bursts en K-complexes bestaan uit een snelle drop gevolgd door een langzamere opbouw.

Stage 3 en Stage 4 zijn de slow-wave sleep en worden gekenmerkt door synchrone activiteit v/d neuronen. Omdat de neurale input bijna geheel weg is, kan de resterende invoer de neuronen synchroniseren.

REM is de fase waarbij de hersenactiviteit versneld tot lage-voltage golven. De hersenen zijn actief, maar de spieren zijn meer ontspannen dan bij andere fases. Bij dieren wordt deze slaap paradoxical sleep genoemd.

nucleus bestaat uit neuronen die een ritme produceren. Period en timeless zijn twee genen die proteinen produceren die ook een dagritme aanhouden. Ze worden overdag geproduceerd, maar tegen de avond bereiken ze een grens en dmv feedback schakelen ze zichzelf uit.

maakt deze ritmes mogelijk. Soms is resetten nodig, anders is het een freerunning rhythm. Het resetten gebeurt door een stimulus genaamd zeitgeber (zonlicht, geluid, activiteit, etc). Fel licht laat in de dag kan het ritme verlengen. Mensen hebben een ritme van ong. 25 uur. Ze kunnen niet wennen aan ritmes die bijv. 28 uur zijn. Door een jetlag wordt je bioritme verstoord doordat tijdzones doorkruist worder.