Menu

Adorno’s ‘Authoritarian Personality’

Deel dit artikel:

- De ‘Frankfurter Schule’

→ Institut für soziale Forschung : rijke joodse zakenman investeerde zijn geld in sociaal wetenschappelijk onderzoek

→ Onderzoekers; van joodse afkomst bv. Adorno

=> Communicatieonderzoek dat kritisch was = eigen wetenschapsopvatting

  • wetenschappers objectief: feiten en theorieën

■ Feiten = producten van mensen, niet zomaar feit maar nagaan maar bekijken in welke mate die handelingen bekritiseerbaar zijn, niet enkel beschrijven

■ + Emancipatorische wetenschap: wegen laten zien van hoe het zou kunnen zijn, wat de samenleving zou kunnen zijn: feiten bestuderen + bekritiseren

■ + geïnspireerd op Marxistisch denkbeeld

→ Problemen onder Hitler: joden + kritiek + communistisch  instituut overgebracht in New York

- New School for Social Research (N.Y.)

→ Adorno: overgeplaatst naar VS: geconfronteerd met kapitalisme en consumptiemaatschappij

→ Keizerrijk (conservatief)  opkomst van fascisme en doorbraak van nazisme consumptiemaatschappij

=> Kritische blik op die maatschappij in zijn boek

→ Onderzoek naar wat maakt mensen vatbaar voor het fascisme

=> Welk persoonlijkheidstype is geschikt om in te passen in zo’n regime ? wanneer is iemand geneigd tot een autoritair gedrag?  F-schaal

=> Onderzoek Adorno: zijn mensen die een autoritaire opvoeding hebben genoten, meer autoritair dan anderen

→ Ontwikkeling v schalen voor elk levensdomein om mate van bevooroordeeld denken te meten

→ Resultaat: respondenten die bevooroordeeld waren op één schaal, waren dat ih algemeen ook op andere schalen

=> Vooroordelen ten opzichte van joden gingen samen met vooroordelen tegen andere minderheden

=> Conclusie: mensen met rigidere opvattingen vertonen volgende kenmerken

→ onderdanig t.o.v. superieuren & bazig t.o.v. ondergeschikten

=> Onderdaniger/ondergeschikt gedrag ten aanzien van mensen die zij beschouwden als superieur en baziger/wreder ten aanzien van mensen die zij als inferieur beschouwden; dus geen radicale bullebak

  • ~hiërarchische model van nazi-maatschappij

→ intolerant in seksuele en religieuze attitudes

→ opvoedingspatroon: ouders tonen geen directe affectie en liefde, maar blijven afstandelijk en gedisciplineerd (~socialisatieproces)

=> gevolg: wanneer de volwassene geplaagd wordt door onverwerkte angsten, kan hij die enkel controleren door rigide attitudes aan te nemen

→ niet bestand tegen ambivalente situaties: hang naar duidelijkheid

= situaties van instabiliteit en onzekerheid  men wil zekerheid, men kan niet om met ambivalentie (= tweewaardigheid)

→ rigide denkschema’s dat leidt tot stereotiep denken

= stereotype vooroordeel : bv. het is een jood, dus het is inferieur

→ negeren van inconsistenties

=> zolang het een negatieve attitude is t.o.v. groep stemt men ermee in; stereotype opvatting van ‘de jood’ fungeert als verzamelnaam voor al wat men afwijst, ook al gaat het om onderling tegenstrijdige zaken

- Kritiek

→ Twijfel over betrouwbaarheid van de schaal

→ Autoritaire houding is geen persoonlijkheidskenmerk maar weerspiegelt waarden en normen van een bepaalde subcultuur

=> Ook bevestiging door ander onderzoek

→ Hartley: individuen met een negatieve houding t.o.v. leden van één minderheid, hebben vaak ook negatieve houdingen t.o.v. leden van andere minderheidsgroepen

→ individuen met negatieve houdingen t.o.v. bestaande groepen , nemen ook negatieve houdingen aan t.o.v. groepen waarvan men nog nooit kon gehoord hebben

=> autoritaire opvoeding in Kaiserreich

→ in het Kaisserreich heersde een militaire eenduidigheid

- wanneer dit werd vervangen door een instabiele samenleving, snakt men naar een nieuwe duidelijkheid, nieuwe indeling, nieuwe helderheid

- deze helderheid wordt gevonden in de Führer

Relevante artikels

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen