Menu

Belangen en ontwikkelingsstrategieën

Deel dit artikel:

Een strategie is een model van aanpak om een bepaald doel (ontwikkeling) te bereiken.

Voor ontwikkelingssamenwerking zijn er 4 modellen:

1. Het kapitalistische model. Dit model gaat uit van vrije ondernemingsgewijze productie. Dat betekent dat de economie in de Derde Wereld structureel volgens dit systeem georganiseerd zou moeten worden. Ondernemingen moeten zonder belemmeringen handel kunnen drijven in en met ontwikkelingslanden. Op die manier zou er ook in de arme landen meer economische groei kunnen komen. Het principe van de vrije markt gaar boven andere principes als het voorrang geven aan de armen en het streven naar meer sociale gelijkheid tussen arm en rijk. Ook de aantasting van het milieu is minder belangrijk.

De Wereldbank en het IMF hebben een groot aantal ontwikkelingslanden gedwongen hun markten te openen voor buitenlandse importen en investeringen. Toch profiteren deze arme landen niet helemaal van de liberalisering van de wereldhandel. In feite is er zelfs sprake van terugstroom van kapitaal van de ontwikkelingslanden naar westerse landen. Dat komt omdat veel landen vanwege de leningen die ze hebben afgesloten, hoge schulden hebben en veel rente moeten betalen aan de rijke landen. Een andere reden is dat de rijke mensen uit de ontwikkelingslanden wegvluchten naar westerse landen.

2. Het socialistische model wil economische groei juist bereiken door staatsbedrijven en coöperaties sterker te maken. Als de rol van de overheid groter is, kunnen de vruchten van de economische groei eerlijker verdeeld worden onder de gehele bevolking. Dit model sluit niet aan bij de wensen en belangen van de rijke wereld, omdat er geen sprake is van een vrije markt waarop westerse bedrijven zich kunnen bewegen.

3. De basisbehoeftenstrategie. Uitgangspunt was dat de allerarmsten voedsel, onderdak, schoon water, hygiëne, gezondheidszorg en onderwijs moesten hebben. Geld uit de rijke landen moest vooral daaraan besteed worden. Hier werd veel kritiek op geleverd omdat er zo niets structureels werd verandert, deze landen zouden voortdurend hulp nodig hebben omdat ze niet leerden om op hun eigen benen te staan.

4. Structurele armoede bestrijding en het scheppen van voorwaarden voor een duurzame ontwikkeling (een goed bestuur, goed sociaal en economisch beleid, democratie en naleving van de mensenrechten). Er is veel aandacht voor het belang van de bevolking van de ontwikkelingslanden. Dit model was een voortzetting van het selfreliance model uit de jaren zeventig. Self-reliance betekent: niet op een ander aangewezen zijn. De armen moesten leren zelf toegang te krijgen tot basisvoorzieningen als gezondheidszorg en onderwijs. Ze moesten zelf gaan meedenken en deelnemen in ontwikkelingsprojecten en op deze manier een machtsbasis veroveren waarmee ze zich staande zouden kunnen houden tegenover invloeden van buitenaf. Dit model zou de negatieve kanten van het kapitalistische wat kunnen verzachten, omdat de vruchten van de economische ontwikkeling niet alleen bij westerse bedrijven maar ook rechtstreeks bij de arme bevolking terechtkomt.

2.5 Belangen van transnationale organisaties

De motieven van transnationale ondernemingen om te investeren in ontwikkelingslanden hebben niets met ontwikkelingshulp te maken. Het gaat hen vooral om de lage lonen, de belastingvrijdom en het ontbreken van milieueisen. Hierdoor is er winst uit te halen.

Het functioneren van transnationale ondernemingen in de Derde Wereld heeft voor de landen waarin ze investeren zowel voor- als nadelen. De bedrijven zorgen door hun kapitaalinvestering voor werkgelegenheid in hun bedrijven en voor belastingopbrengsten, voor de overdracht van technologische kennis en door dat alles ook voor economische groei. Negatieve aspecten zijn: het wegvloeien van winsten naar rijke landen, het wegconcurreren van lokale producten en waardoor verdwijning van werkgelegenheid, vergroten van ongelijkheid tussen platteland en steden door de concentratie van hun bedrijvigheid in de grote havensteden, vergroten van de tegenstelling arm-rijk doordat de productie zich vooral richt op kapitaalkrachtige elites.

Omdat transnationale bedrijven hun geld niet stoppen in basisvoorzieningen als gezondheidszorg, onderwijs en infrastructuur, blijft ontwikkelingshulp noodzakelijk.

Relevante artikels

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen