De belangen van de Derde Wereld bij ontwikkelingssamenwerking.
- Gepubliceerd in Sociologie
- Lees 933 keer
invoertarieven hanteren om de eigen markten te beschermen.
• Ontwikkelingslanden willen dat hun eigen deskundigen worden ingeschakeld bij het opzetten en uitvoeren van ontwikkelingsprojecten, zij weten namelijk wat het volk wil.
• Ontwikkelingslanden willen afspraken maken over redelijke prijzen voor hun grondstoffen zodat ze een gegarandeerd inkomen hebben.
• Ontwikkelingslanden die zelf weinig te bieden hebben willen langdurige technische en financiële hulp om toch eigen middelen van bestaan op te kunnen bouwen.
• Ontwikkelingslanden willen dat de EU en andere rijke landen stoppen met het dumpen van landbouwproducten. Deze producten zijn goedkoper dan hun eigen inheemse producten en hierdoor gaan de boeren failliet.
• Om dezelfde reden moeten de rijke landen landbouwsubsidies en exportsubsidies afschaffen.
• Ontwikkelingslanden willen wel dat particuliere ondernemingen naar hen toekomen, als ze hun winsten maar in de ontwikkelingslanden blijven investeren, waardoor de werkgelegenheid toeneemt en economische groei wordt bevordert.
Soms zijn deze economische belangen strijdig met andere belangen van de Derde Wereld, zoals het milieubelang of het behoud van de eigen cultuur. Het zal duidelijk zijn dat de economische belangen van de ontwikkelingslanden vaak strijdig zijn met die van de donorlanden.
Als ontwikkelingslanden willen dat de rijkere landen investeringen maken in hun land is het belangrijk dat ze voor een goede infrastructuur zorgen.
Ze kunnen ook monopolievorming of kartelvorming verbieden, waardoor voorkomen kan worden dat enkele ondernemingen het heft van het bedrijfsleven in handen nemen.
Ontwikkelingshulp brengt vele positieve gevolgen met zich mee. Maar door de gebonden hulp vervalt de bestedingsvrijheid. Als vooral economische elites profiteren van de hulp, wordt de sociale ongelijkheid juist vergroot. Ook de tegenstelling platteland-stad kan worden vergroot.