Samenvatting Pandora: women in classical Greece

Pandora: women in classical Greece

Male and female, public and private, ancient and modern

Sourvinou-Inwood

A. Geef het doel van het artikel aan.

Zoals de titel suggereert gaat de tekst over de rolverdeling van de man en de vrouw in klassiek Griekenland, in de publieke en privésfeer. Daarnaast ook over het gebruik van antropologische bronnen, om het hedendaags Griekenland te vergelijken met het klassiek

Griekenland.

Ze wil aantonen dat het hedendaags mediterrane volkeren nooit te vergelijken zijn met het oude Griekenland. Modellen die hieruit zijn afgeleid leiden volgens haar tot onwaarheden.

B. Waar zet de auteur zich tegen af en welke bronnen worden door deze visie gebruikt?

1. Ze zet zich af tegen het gebruik van hedendaagse mediterrane volkeren als model voor het verleden. Om deze traditionele brongebruik te produceren zijn antropologische bronnen nodig.

Als voorbeeld zet ze zich af tegen de visie van Cohen. Dat vrouwen op religieus terrein onder de man stonden. Dit leidt hij af uit antropologisch onderzoek, naar de godsdiensten in het Griekenland van nu en van toen. Dit kan volgens S-I nooit met elkaar worden vergeleken, aangezien het christendom iets heel anders is dan het Griekse godendom uit de klassieke tijd.

2. Wat betreft de rolverdeling in de private en publieke sfeer, zet ze zich af tegen de traditionele visie. Die luidt dat in de privésfeer de man en vrouw gelijk aan elkaar stonden en elkaar ondersteunden; en in de publieke sfeer waren ze ongelijk en de vrouw stond altijd onder de man.

Deze visie is gebaseerd op literaire bronnen.

C. Wat wil de auteur zelf doen?

1. Moderne mediterrane volkeren kunnen niet met elkaar worden vergeleken, want:

1. Het gaat om een interpretatie van data, van de antropologische bevindingen. Het staat dus niet vast, dat het zo is gegaan.

2. Er is een te groot verschil tussen de hedendaagse mediterrane vrouw en de klassieke vrouw.

3. Er is een te groot gevaar voor anachronistisch denken. Hierdoor komen 'moderne' modellen tot stand.

2. S-I is ervan overtuigd dat de vrouw in de publieke sfeer, wat de religie gelijk was aan de man. In de privésfeer stond ze onder de man zelfs op het gebied van de religie.

In de religieuze publieke sfeer deed de vrouw vrijwel alles, alleen was ze genoodzaakt om een mannelijke priester de communicatie naar andere publieke instanties te laten doen. Zoals politieke en militaire instellingen.

In de privésfeer stond de vrouw altijd onder de man, zelfs op religieus niveau. Zij baseert zich hierbij op rituelen die voornamelijk door het hoofd van het gezin, de man, werden uitgevoerd.

Ook zij baseert zich op literaire bronnen, waaronder Euripides.

Daarnaast baseert zij zich op grafstenen, dus archeologische bronnen, die er voor vrouwen waren en waarop ze soms zelfs worden bejubeld om hun daden.

Tevens hadden vrouwen een voogd die haar publieke bezigheden, behalve de religieuze, controleerde.

D. Tot welke conclusies wordt vervolgens gekomen?

1. Dus die vergelijkingen kunnen nooit bestaan, want ze leiden tot onwaarheden.

2. Uiteindelijk stond de vrouw boven de man in de religieuze publieke sfeer. De man had hierin alleen een rol als communicatiemiddel naar andere instellingen toe. De vrouw deed in de privésfeer altijd onder voor de man, ook op religieus gebied.