Logo
Print deze pagina

Sociologie versus natuurwetenschappen

Deel dit artikel:

Een gangbare opsplitsing in de wetenschappelijke studie van de werkelijkheid is die tussen natuur- en menswetenschappen. Beiden hebben de empirische werkelijkheid als onderzoeksobject.
Natuurwetenschappen: bètawetenschappen
Menswetenschappen: alfawetenschappen


Binnen de groep van de menswetenschapppen onderscheidt men ook de cultuurwetenschappen, zij hebben de producten van de menselijke creativiteit tot voorwerp. Deze wetenschappen worden de empirische wetenschappen genoemd omdat ze uitspraken doen over de werkelijkheid op basis van waarneming en ons duidelijk iets leren over hoe die werkelijkheid in elkaar zit.


Sociologie wordt ook de sociale fysica genoemd, waarbinnen de sociale verschijnselen moesten worden waargenomen, geordend en door de algemene wetten verklaard. Deze wetenschapsopvatting staat bekend als de positivistische strekking binnen de sociologie.


De nadruk ligt op objectiviteit, waarbij wetenschappelijke uitspraken moeten steunen op waarneembare verschijnselen.
Bij Weber neemt het begrip sociaal handelen een centrale plaats in. De maatschappelijke realiteit wordt bepaald door de motieven die mensen drijven tot bepaalde handelingen en de context waarbinnen handelen betekenis krijgt, is belangrijk.


Via de verstehende/interpretatieve benadering heeft de socioloog als taak die betekenis, de subjectieve bedoeling , te achterhalen.


Men wilt functionele verbanden vinden. Dit betekent het empirisch bewezen feit dat een verschijnsel in functie staat van een ander, met een bepaalde probabiliteit of waarschijnlijkheid.
Zie voorbeeld p16 (probabiliteitsverbanden)

Copyright © 2019. All rights reserved.